*21 februari 1869
Brief van Multatuli aan J. de Geyter. Afschrift van onbekende hand, door De Geyter gewaarmerkt. (M.M.)
Den Haag 21 februari 69
Waarde de Geyter, het toegezegd stuk over myne dramatische fragmenten is in de pen gebleven door allerlei stoornis, vooral door het onbestemde in de reis myner vrouw die onderweg is. Ik verdrink in de telegrammen: Dit wou ik U even mededeelen. Ge weet dat telegraafzaken altyd iets agiterends hebben, en kunt hetzelfde vooronderstellen van 't weerzien myner vrouw en kinderen die ik in drie jaar niet zag.
De uit een en ander voortspruitende bereddering verlost U van de gedreigde beschouwingen over myne dramatische fragmenten, en ik zal er dan maar mondelings by zeggen wat ik noodig acht. Ik moet bekennen dat ik er veel voor gaf de lezing een dag of acht te kunnen uitstellen, maar ik durf den Cercle niet indisposeren. Ge begrypt dat ik graag de eerste dagen van 't wederzien geheel aan myn gezin zoude toewyden.
Hartelyk gegroet.
t.a.v.
D.D.
In haast.