*18 februari 1869
Brief van Multatuli aan J. de Geyter. Afschrift van onbekende hand, door De Geyter gewaarmerkt. (M.M.)
den Haag 18 febr. 1869
Waarde de Geyter,
Ook van den Heer Rugelé kreeg ik eenen brief die my den 24n voorstelde. Ik heb aangenomen, en zal dus dien dag daar zyn.
Gent? Ik wil (en wilde reeds lang) daar zeer gaarne optreden.
Sedert - ik weet niet hoe lang al - ben ik daar aan Crombrugghe's Genootschap eene lezing schuldig, en telkens was ik verhinderd aan die verpligting te voldoen.
Kunt ge my in het Studenten-gezelschap eene lezing bezorgen, gaarne. Dan zal ik die zelfde gelegenheid aangrypen om myn achterstand by Crombrugghe intehalen.
In dat geval zoude ik by de Studenten over Vrye Studie spreken, en aan Crombrugghe 't zelfde geven wat gy te Antwerpen krygt, namelyk: dramatische schetsen.
Over die schetsen heb ik U en Lenaertz - of liever aan ieder die belang stelt in zulke dingen, eenige opmerkingen medetedeelen. Misschien kunnen die ook van nut zyn of tot gemak strekken van dezen of genen die 't verslag voor de Couranten maakt.
Dit is om vele reden goed. Primo - hebt ge wel eens in 't donker wyn voor bier (of omgekeerd) aan den mond gebragt? Als iets anders is dan men verwacht, smaakt het niet. Men wil niet verrast zyn. De oorzaak ligt in traagheid (dit woord neem ik in natuurkundigen zin en niet zedelyk). Men heeft een zekere inspanning noodig om uit het verwachtte overtestappen in 't verkregene. Dit is zelfs by vreugd - onverwacht genoten - het geval. In 't physische staat het gelyk met een al te snel omdraaien van den nek - dat duizelig maakt en pynlyk is.
Nu moet ge weten dat ik myne dramatische schetsen voor goed houde (Schoon ik 't niemand kwalyk neemt als hy daarover anders denkt. ‘Dat zult ge zien en ondervinden’ zoo als 't hollandsch straatliedje zegt.
Maar... 't is me verdrietig, als men myn werk afkeurt: alleen omdat men niet voorbereid was het te begrypen.
Sans comparaison ik ben zeker dat de Hamlet zeer leelyk zou gevonden worden door een Publiek dat niet gewoon was aan Shakespeare. Ik ga nu een berigtje schryven dat ik U straks (een post later, denk ik) verzenden zal. Doet er mede wat gy nuttig oordeelt, en groet uwe vrouw en bedank Lenaerts die om mynentwil zyn avond heeft verschoven.
Adieu tot straks.
Uw vriend
Douwes Dekker
Myne vrouw en kinders komen eerstdaags! Ik zeide U reeds dat ik een huis had. Het is ter uwer beschikking. Ik wacht U als 't mooi weer blyft, spoedig hier. En Lenaerts ook en ieder dien gy meebrengt. Het zal my een ware vreugde zyn U hier te ontvangen. Uwe vrouw heeft my beloofd dat gylieden komen zoudt, en belofte maakt schuld.