2 augustus 1867
Brief van Multatuli aan M. Rooses. Dubbel velletje postpapier, tot onderaan blz. 3 beschreven. (A.M.V.C., Antwerpen; fotokopie M.M.)
Op de gefrankeerde enveloppe het adres: Den Heere Max Rooses Secretaris der Inrichtingscommissie van het IX Nederl. letterkundig Congres. GENT. Korenlei 2.
Den Heere Max Rooses
Secretaris enz. Gent
Keulen 2 Augustus 1867
Zeer geachte Heer!
Geheel in overeenstemming met hetgeen Gy de goedheid hadt my medetedeelen in uwen vriendelyken brief van 26 Juli, ontving ik heden morgen eenen brief van den Heer Rolin-Jaquemyns, en tevens een schryven van den Secretaris van het Crombrugghe's Genootschap. Beide stukken waren zeer vereerend, en ik zag met groot genoegen dat men zich beriep op de met U overeengekomen voorwaarden. Die voorwaarden zyn van myn kant, dat ik zooveel myne krachten toelaten hoop te beantwoorden aan de blyken van welwillendheid en onderscheiding die my van de Gentsche Heeren zyn ten deel gevallen.
Ik hoop dus reeds den 18n in uwe stad aantekomen, zal in een hôtel afstappen, en daarna terstond my de eer geven van een bezoek. Ik kan echter nagaan dat er groote concurrentie wezen zal voor kamers. Zoude het niet te veel gevergd zyn, U te verzoeken ergens in een logement een kamer voor my te bespreken? Ik ben zoo vry U te dien einde myn kaartje aantebieden, opdat gy het in uwen naam, met de noodige boodschap zoudt kunnen doen afgeven.
En - nog een verzoek! Ik moet den Heer Secretaris van het V.Cr.'s Genootschap antwoorden op zyne vraag naar het onderwerp van myn voordragt. Maar zie, de handteekening - zeer duidelyk voor wien het weet, waarschynlyk - is onduidelyk voor my, die niet het genoegen had dien heer te kennen. Ik las eenmaal van iemand die, in een gelyk geval, zoodanig adres op den brief plakte, en aldus de naamteekening maakte tot adres. Nu dat wil ik niet doen. Zoudt gy de goedheid willen hebben my dien naam optegeven? Is 't Waes, Waen of Waem?
Den heer Rolin-Jaquemyns kende ik by renommee, en juist zooals gy zegt: als een zeer geacht en verlicht man. Ik verlang er naar om onder Vlamingen te zyn. Van Antwerpen heb ik aangename herinneringen. Toch is er iets byzonders in myne opvatting van Vlaamsche eigenaardigheid. Ik voelde my te Antwerpen te huis, niet om de overeenstemming met Holland - waar ik niet te huis ben - maar om 't verschil.
My aanbevelende voor spoedig antwoord, en onder dankbetuiging voor uwe welwillendheid, noem ik my met hoogachting
Uwdienstwillige Dienaar
Douwes Dekker
Zal de Geyter komen?
Dat hoop ik.