*20 februari 1867
Brief van Multatuli aan J. de Geyter. Afschrift van onbekende hand. (M.M.)
verbindenissen: in het origineel zal wel verhinderingen of hindernissen hebben gestaan.
Keulen 20 februari 1867
Waarde Heer de Geyter, wat is er toch, dat gy niet antwoordt? Als ge wist hoe ik wacht! Hebt ge myn brieven van 8(?) en 15 dezer niet ontvangen? In den laatsten verzocht ik zoo dringend om antwoord. Zouden myne brieven, of uw antwoord verloren zyn gegaan? Heb ik myn adres niet goed opgegeven? (Komödienstrasse, 14B.) 't Is me een raadsel!
Bedenk dat ik het gevraagde hoognoodig had, en nu, na zoo lang wachten, nog meer. Doch, als 't onbescheiden was dat te vragen, of wanneer er verbindenissen zijn, schryf me dan ten minste, opdat ik 't wete, en niet dagen achtereen zit te wachten.
Myn toestand is indedaad zeer moeielyk. Ik had my te herstellen van veel verdriet, en in plaats daarvan nu dit vermoeiend wachten. O dat put me zoo uit. Wat is er toch? Ik bid U, Schryf my.
Na vriendelyke groete
t.a.v.
Douwes Dekker
Woensdag 20/2/67