11 februari 1867
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan Van Gelder Zonen. (Kopieboek 3, blz. 91. M.M.)
vK: 11 Febij 1867.
M.
Gelijk ik gevreesd had zal het mij den 15 a.s. niet mogelijk zijn de promesse op dien datum die u van mij verlangd hebt, te voldoen. Ik heb in het Nieuwsblad het kopijrecht en den voorraad der werken van Multatuli te koop aangeboden, in de verwachting op die wijs ruimer bij kas te worden, doch te vergeefs, niemand heeft een bod gedaan. Ik zie mij dus genoodzaakt u beleefdelijk te verzoeken te intervenieren, en mij uitstel van betaling te verleenen tot Ulto April, wanneer ik de zekerheid heb in staat te zijn het restant mijner schuld over 1865 aan te zuiveren.
Ik heb de eer mij na beleefde groete te noemen -