Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
29 juli 1866
van
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
aan
E.J. Potgieter (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
29 juli 1866
Brief van Tine aan E.J. Potgieter. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan vijf bladzijden beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Milaan 29 Julij 1866
Waarde Heer Potgieter!
Zeer dikwijls herinner ik mij den aangenamen indruk van Uw vriendelijk en deelnemend bezoek ten mijnent. Uw vleijende woorden ‘reken mij onder uwe goede vrienden’ heb ik met dankbaarheid aangenomen en doet mij de vrijheid nemen U eenige woorden te doen geworden.
Na een vermoeijende reis en droevige indrukken van Holland, kwamen wij te Milaan waar wij met innigste hartelijkste deelneming ontvangen werden. De Heer en Mevr: Omboni doen alles om mij behulpzaam te zijn mijn doel te bereiken en ik moet zeggen dat hun streven niet vergeefs is. ik heb hoop om als dame de compagnie geplaatst te worden, bij eene rijke dame, ik heb t' groote voor regt onze lieve kleine Nonni bij mij te mogen houden, dat is te zeggen, zij zou en demi pension school gaan maar s'middags om 5 uur zou ze bij mij mogen komen en mijn kamer deelen, 50 francs salaris waar van ik Nonni school kan laten gaan en haar en mij zuinig kan onderhouden.
Eduard gaat 1o Augustus bij een professeur Italien in de kost om hem gereed te maken, na de vacanties op een technique school te kunnen gaan. de Heer Omboni beijvert zich om hem op de beste wijze te laten leeren en daar ik t' volste vertrouwen in Zijn Ed: stel, administreert hij de gelden die men mij voor hem gegeven had en die U mij ter hand stelde waarvoor ik U nog zeer hartelijk bedank. Daar wij hier aankwamen alleen met de kleeren die wij aan hadden (ik meen Nonni en ik, want Edu had nog kleeren die Dekker voor hem gekocht had en die de Heer Koning aan hem gegeven had, heeft Mevrouw Omboni mij in veel zaken voorzien.
Met moed zal ik trachten alles te doen wat Dekker kan verligten en de kinderen tot nut zijn, er kon geen tijd meer gemist worden Edu moet ernstig gaan leeren.
Ik weet en voel hoe bitter het Dekker zal smarten, dat men hem niet in de gelegenheid gebragt heeft zelf te kunnen werken, hij lijdt gebrek. t' is mij bitter hard en maakt mijne positie zoo moeijelijk dat ik weet dat hij ellende moet verduren, ik moet nu als dame de compagnie iemand op vrolijken mijn best doen, dat mijn zijn een aangename tint in t' huis geeft, waar reeds weelde is, ik de smart in t' hart dat mijn Dekker t' werken moeijelijk valt omdat hij niet behoorlijk gevoed is. Sedert 3 maanden eet hij meest droog brood en iemand die met zijn geest werkt heeft behoefte aan veel voedsel. Waarde heer is t' niet vreesselijk? en hij wil werken, hij wil de positie van ons allen verbeteren, hij hijgt naar t' oogenblik ons alien bij zich te hebben hij schreef me als ik één maand vrij van zorg was, voor kamerhuur en eten, dat ik mij vertoonen kon zou ik in staat zijn veel te doen. Waarde heer Potgieter zou u iets kunnen uit denken hem behulpzaam te zijn? maar zeg niet dat ik 't U geschreven heb. Zijn adres is E Douwes Dekker
ancien fonctionnaire supérieur aux Indes Orientales
Rheinstrasse 17. Coblenz
Ik heb mij de vrijheid veroorloofd U als welwillend vriend te beschouwen en daarom open met U gesproken.
Regt aangenaam zou t' mij zijn te mogen weten of U mijne vrijpostigheid niet ten kwade duidt. één enkel woord van U zoude mij aanmoedigen U verder mijne belangens mede te deelen, en ik hoop dat uwe belangstelling die U mij getoond hebt niet verminderd zal worden door mijn schrijven.
Met achting noem ik mij
E:H. douwes Dekker mijn adres
Via del circo 12 Milan