Multatuli.online

16 mei 1866

Brief van R.J.A. Kallenberg van den Bosch aan J. van Vloten. Dubbel velletje postpapier, waarvan drie bladzijden beschreven. (Gemeentearchief Deventer; fotokopie M.M.)

Laanzigt. 16 Mei 1866 -

HoogEdelgestrenge Heer!

In dank heb ik gisteren Uw antwoord ontvangen. Uwe meening is de juiste, en door een beroep te doen op het publiek, dat Multatuli's werken met graagte verslond, een beroep onderteekend door mannen als de Hrn. Busken Huët, v: d: Valk, en HgEg, wier namen goed klinken in de ooren van den verlichten Nederlander, is het met grond te verwachten, dat genoegzame inteekenaars gewonnen zullen worden om Mev: D. Dekkers een inkomen te verzekeren, waarvan zij met hare kinderen redelijk kan rondkomen. - Ik onderschrijf dan ook geheel die meening en sluit er mij volkomen bij aan. -

Alleen zou ik UHEg. in bedenking geven, bij de erkenning van zijn los finantieel beheer, zijne artistieke gevoeligheid, zooveel mogelijk te sparen. - UHEg. die hem kent, weet dat die gevoeligheid bij hem in hooge mate bestaat, en de publiciteit die het door U optestellen stuk moet krijgen, om deelneming te verzekeren, maken het wel wat hard voor hem, het onpraktische van zijn karakter, zoo algemeen te hooren verkondigen, si on ne lui dore un peu la pilule. - Intusschen ben ik het geheel met U eens dat het verkregen geld geheel buiten zijn beheer gehouden worde. -

De chimêre van Mev: Dekkers, bestaat in het betalen harer schulden te Brussel, en dan geholpen door een klein kapitaal een huis te huren in een der nieuwe quartiers, en dat weder aan vreemden te onderhuren. Dan kon Nonnie haar aanleg voor de viool, later op het Conservatoire ontwikkelen. - Uw idée is echter veel beter, en niet als het hare aan risico onderhevig; eene goedkoope plaats, met goede scholen, waar zij de onkosten van haar verblijf, en van de opvoeding harer kinderen, verzekerd zag. -

Mogt het aan den invloed van UHEg. gelukken, bij koloniën te bewerken, wat ook werkelijk billijk zou zijn, dat Dekkers zelf eene voorloopige titulaire aanstelling kreeg, in afwachting van pensioen, dan zou geheel zijne toekomst een veel gunstiger aanzien verkrijgen. - Hoe dit zij, waar ik medewerken kan, ben ik steeds geheel ter UHEg. dispositie.

Verblijve inmiddels met de meeste hoogachting.

UHEg. Dienstw: Dienr

R. JA Kallenberg van den Bosch