Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
2 mei 1866
van
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
aan
Julius de Geyter (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
* 2 mei 1866
Brief van Tine aan J. de Geyter. (Nederlandsch Museum, XX, 1895, blz. 100-101.)
Amsterdam 2 Mei 1866
Wel Edele Heer!
Getroffen en tevens met een dankbaar gevoel ontving ik gister avond 1 Mei een brief inhoudende een bankbiljet van 100 gulden met de woorden ‘voor een Portret Multatuli.’
Ik heb dus begrepen dat die vriendelijke hulp mij door uwe medewerking is geworden. Ontvang Wel Edele Heer! mijnen innigen dank en wees zoo goed s.v.pl. den zender van mijne dankbaarheid te overtuigen.
Tot nog toe ondervind ik weinig hulp; de laatste dagen zijn er echter eenige heer en geweest die mij beloofd hebben alles te zullen doen om mij behulpzaam te zijn in het volvoeren van mijn plan; daartoe behoort eene vrij groote som geld. Ik wilde zoo gaarne mijne drukkende schulden in Brussel betalen en dan een huis huren, locataires nemen en voor hun middagmaal zorgen. Zoodoende zou ik in staat zijn de dagelijksche zorgen op mij te nemen, dan zou Dekker zich zelf zijn en ik ben overtuigd dat zijne geest, zijn génie de heerlijkste vruchten zou voortbrengen.
Ik heb moed en lust om alles te doen wat ons uit die fatale drukkende positie kan redden of liever Dekker zal dat doen, als hij door mij ontheven wordt voor het dagelijksche. Ik bezit één voorregt, dat ik met ieder om kan gaan. Dekker heeft menschkunde, ik geloof dat ik menschenkennis heb.
Er is wel eenige sympathie voor mij, maar 't is nu maar de vraag of er zoo velen menschen genoeg sympathie hebben dat de som die daartoe noodig is bijéén gebragt kan worden. De heeren van Vloten professor te Deventer, Kallenberg van den Bosch, van der Valk en eenige heeren in Amsterdam juichen mijn voornemen toe en zij zullen zien wat er voor gedaan kan worden.
Vergeef mij Waarde Heer! ik U bezig houd met mijne omstandigheden, maar Uwe sympathie heeft mij zoo getroffen. Uwe brochure heb ik gelezen met tranen in de oogen en ik voel dat U mijne vrijpostigheid niet ten kwade zult duiden.
Met Hoogachting noem ik mij
Uwe dienstw. dienaresse
E: H: Douwes Dekker
Baronne van Wijnbergen