Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
22 januari 1865
van
David Koning (bio)
aan
R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
22 januari 1865
Brief van D. Koning aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Enkel velletje postpapier, tot halverwege blz. 2 beschreven. (M.M.)
Mijn waarde Heer!
Daar ik doorgaans, gelijk ook gisteren, s Saturdags van Huis ben en eerst Zondags terug, en daarenboven de handen zoozeer vol heb dat ik nog ternaauwernood mijne eigen zaken regelen kan - zoo wilde ik heden juist Uwe missive van 19 dz: beantwoorden en wel Ued mededeelen dat het mij voorkomt dat Uwe Speculatie ten opzigte van D. in haren veranderden vorm niets dan moeijelijkheden voor de toekomst zal opleveren. Het zou mij niets verwonderen of nog vóór den afloop van den IIden Bundel krijgt ge een proces of iets dergelijks op den hals en, daar Dr. geene fondsen bezit, zoo zal men U voor de onkosten laten... verliezen.
Buitendien meende ik dat niet voor ná afloop van den IIden en ten behoeve van den IIIden Bundel meer bepaald de tusschenkomst door UEd was bedoeld geworden - hetgeen dan ook eerst over een paar maanden geweest ware.
Daar het echter mogelijk is dat UEd heden op mij gerekend hebt zoo mag ik U niet daaromtrent te leur stellen; zoo als gezegd de veranderde Conditie met D. maakt echter de zaak in myn oogen... gevaarlijk; gevaarlijker dan ik mag verantwoorden ten opzichte van diegenen die recht hebben op mij te rekenen. Derhalve moet ik, zonder nadere zekerheid, ook andere voorwaarden laten gelden; waarover gaarne mondeling nader.
Als steeds de Uwe
David Koning
van Huis
22 Januarij 65