13 januari 1865
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan de Directeuren der Credietvereeniging te Amsterdam. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (MM.)
Gezien enkele doorhalingen betreft het hier een concept. De laatste zin staat dwars langs de kantlijn. Mogelijk is deze brief eerst op 24 januari verzonden. Zie aldaar. Ook de kostenberekening is daar aanwezig.
Amsterdam 13 Januarij 1865.
WelEd: Heeren
Ik heb van den Heer Ed. Douwes Dekker (Multatuli) gekocht het uitsluitend eigendomsregt op al wat ik tot heden voor gezamelijke rekening met hem van zijne werken heb uitgegeven, n.m.:
De Vrij arbeid
De Ideen Ie Bundel.
De Ideen IIe id. vel 1-16.
De Bruid daarboven
en eenige overdrukken hieruit; benevens: ‘Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb,’ hem geheel behorende, tezamen, na aftrek van het geen als zijn aandeel in reeds behaalde en verrekende winst, vroeger door mij aan ZEd uitbetaald was, beloopende op f 1200.-
De helft van deze som heb ik ZEd reeds uitbetaald, zoodat mij thans nog te betalen overblijft eene som van f 600.-
Vel 17-26, waarmede de 2de Bundel compleet is, zijn door mij in vollen eigendom van den auteur gekocht voor f 400.- zijnde f 40.- per vel.
Tot denzelfden prijs van f 40.- per vel zijn mij meerdere werken toegezegd.
Ik durf in het belang van mijnen buitenlandschen boekhandel, na een ongunstig jaar als het afgeloopene, en met de betalingen aan timmerman, schilder enz ten gevolge mijner verhuizing bezwaard, thans niet meer gelden voor bijzaken onttrekken aan mijne hoofdzaak, vooral daar ik op kort crediet koop en op lang crediet verkoop, dus steeds hoogst voorzigtig moet zijn mij niet vast te werken, door niet genoegzaam gelden coulant te hebben.
Hoe voordeelig dus de aankoop der werken van Multatuli ook voor mij moge zijn, uit het oogpunt van geldbelegging, vind ik dat ik in dit geval allereerst te zorgen heb die belegging te doen op eene wijze die geene belemmering kan brengen in den geregelden gang van mijn handel.
Ik deelde heden ochtend den Heer A.C. Wertheim alhier een en ander vertrouwelijk mede, en ontving van ZEd. den vriendelijken raad, mijne zaken even vertrouwelijk aan u bloot te leggen, en u uit te noodigen mij op de eene of andere wijze een crediet te openen waardoor ik in Staat gesteld worde bij mijn hoofdzaak, den handel, een voor mij hoogstvoordeelige bijzaak, het uitgeven voor eigen rekening van de werken van Multatuli, te drijven.
Als waarborg voor de Soliditeit der geldbelegging die ik de eer heb u voor te stellen, kan ik u aanbieden het bewijs van de overdragt van het volle eigendomsregt door den schrijver, te mijnen behoeve; dit eigendomsregt heeft volgens middelmatige taxatie thans alleen reeds eene waarde van ca. f 300.-; voorts kan ik u verwijzen op de onbezwaarde voorraad van gezegde werken thans op mijn magazijn aanwezig, b.v. 850 Exempl. Ideen 2e Bundel door elkander à f 3.25 (in plaats f 4.-) = f2762.50, een geheele nieuwe oplaag van den eersten bundel, thans ter pers, waarvan de kosten bestreden worden door de vooruitbestelde Ex: en door de zekere opbrengst van ‘de Bruid daarboven’ enz. enz. en eindelijk op het feit dat volgens bijgevoegde staat de kosten van uitgaaf van den tweeden bundel is f 25 af f 400 honorarium nog te betalen.
en de opbrengst van 725 abonnés, die ik nu reeds bezit, ofschoon er eerst 16 vellen van den tweeden bundel uit zijn, à f 3.25
Rest welke komen tot dekking van gedeeltelijk honorarium voor de laatste 10 vellen.
Eindelijk kan ik u persoonlijk mijne morele overtuiging te kennen geven dat ééne maand na het afsluiten van den tweeden bundel Ideen het getal inteekenaren en koopers hierop dermate zal zijn aangegroeid, dat de restant prijs aandeel van E.D.D. in het kopijregt op reeds gepubliceerde, benevens de resterende voor het honorarium der nog uit te te geven 10 vel te zamen daardoor alleen reeds volkomen zal zijn gedekt.
Met het oog op het bovenstaande neem ik dus bij dezen de vrijheid u in overweging te geven, of ik van u op de eene of andere wijze een crediet zou kunnen erlangen bij wijze van voorschot tot Mei van het volgende jaar, van:
Ingeval u tot een of tot alle drie voorstellen zult kunnen besluiten, zal het mij zeer aangenaam zijn u alle verdere inlichtingen en inzage te geven.
Na u een en ander uiteen gezet te hebben, zult u mij verpligten U gelieve mij te doen weten wanneer ik het genoegen kan hebben u mondeling te onderhouden.