Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
28 juni 1864
van
Jacob van Lennep (bio)
aan
R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
28 juni 1864
Brief van J. van Lennep aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Dubbel vel postpapier, waarvan éen bladzijde beschreven. De in de brief genoemde bijlage is een enkel velletje postpapier aan éen zijde beschreven. (M.M.)
Het tweede verzoek van d'Ablaing is blijkbaar geweest de vraag om van de Max Havelaar een volkseditie te mogen uitgeven.
Aan de firma RC. Meyer.
WelEd Heeren
By terugkomst in de stad vond ik een missive van u betreffende Den Max Havelaer, waar ik tot heden op verzuimd heb te antwoorden, als zijnde die een wijl in 't ongereede geweest. Wat het eerste verzoek betreft, om namelijk uit den Max Havelaer de episode over te nemen van Saïdhah, ik heb daar wat mij betreft niet tegen, zoo de Heer de Ruyter er ook geen bezwaar in maakt.
Ten opzichte van het tweede verzoek is 't een gandsch andere zaak en zoû ik daarin niet kunnen treden zonder verloochening van mijne beginselen. 't Is 't zelfde verzoek, dat mij in der tijd door den Heer D Dekker gedaan is en dat aanleiding tot onze procedure gegeven heeft. 't Verwondert mij alzoo, dat hierop wordt terug gekomen. Het tegenwoordige adres van den Hr Dekker niet kennende neem ik de vrijheid bijgaande hier bij in te sluiten, met vriendelijk verzoek, hem die wel te willen doen geworden; terwijl ik de eer heb, hoogachtend te zijn
Uwdvdienaar
Am. 28 Junij 1864
JvanLennep.
De Heer E. Douwes Dekker ontvangt hierbij, in een assignatie op de Heeren P.E.H. Praetorius en Zn de som van f 65.47 zijnde het bedrag van het hem competeerende wegens verkochte Exemplaren van den Max Havelaar gedurende den jare 1863. -
van
ZEdDvDienaar
JvanLennep
Amstm 28 Junij 1864.