2 juni 1864
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan G. Bunck te Deventer, met ingesloten een brief aan Multatuli. (Kopieboek 3, blz. 4-5. M.M.)
Den Heere G. Bunck firma G. Brouwers Deventer Waarde Heer!
Wees zoo vriendelyk den Heer E.D. Dekker, die op het oogenblik te Deventer is, den inliggenden te doen bezorgen. Ik weet zijn adres niet; hij heeft verzuimd het mij op te geven, en daar ik hem geld te zenden heb, vrees ik mijnen brief poste restante te adresséren.
Tot wederdienst bereid.
Geheel de Uwe
ED Dekker Esq.
Amice!
Ingesloten een bankbiljet groot f25.-, gemerkt B 2142. Kom zoo spoedig mogelijk naar Amsterdam terug; laat de provincie varen en houd liever nog eene voordragt alhier.
Ik zal heden de zaal van de Vereeniging zoo mogelijk voor U doen bespreken; door tijdige annonces, etc. etc, beloof ik U een goede opkomst.
Aan onderwerpen kan het u niet ontbreken, om maar iets te noemen, de verkiezingen, - de uitoefening van regt als wraak over den moord van een kind door honden verscheurd, en de vervolging van deze regtsoefening door de gepatenteerde wrekers in koelen bloede - een uwer onuitgegeven stukken, of weet ik wat, - kies zelf. Uwe brieven heb ik behoorlijk ontvangen.
Na hartelijke groete
T.T