27 mei 1864
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Enkel velletje postpapier, aan éen zijde beschreven. (M.M.)
Vrydag morgen.
Waarde d' Ablaing! Schandaal is er niet geweest, maar - weinig mensen.
Ik wacht de afrekening van ten Cate en zal bly wezen als ik hier weg kan verbeel je!
Neen, zeker zal er niet genoeg zyn om hier m'n rekening te betalen. Ik gis oppervlakkig 60 mensen.
En ik had 'n twintigtal kaartjes weg gegeven. De zaal kost f 25! Pleizierig. Neen er kan niet genoeg zyn om de rekening van 't logement te betalen. Hoe ik 't dan maken zal om hier weg te komen weet ik niet. En jy tegen den laasten! Wie had dàt nu kunnen denken!
Ik ga uit naar ten Cate.
Ik weet nu niet of ik vandaag weg kan (met spoor over Utrecht) of wanneer. Maar ik wou graag weg en naar Amsterdam, om te overleggen hoe we verder doen moeten. Dat slechte resultaat is wel verdrietig. De weinigen die 'r waren, schenen tevreden. Adieu, ik hoop dat ik je niet meer schryf van hier. Dat zou 'n teeken zyn dat ik vandaag of morgen niet weg kon.
tav
DD