Misschien eind augustus 1863
Brief van Multatuli aan A.S. Kok. Enkel velletje postpapier, aan éen zijde beschreven. (M.M.)
Vóor de naam Kok is het woord Heer doorgestreept.
De woorden Rondeel '63 zijn met andere inkt en in groter schrift genoteerd, echter wel door Multatuli; bovendien is 63 een verbetering uit 62. Naar Kok meedeelt (Multatuliana, Baarn 1903, blz. 35) dagtekent zijn kennismaking met Multatuli uit 1861.
Amsterdam, Vrydag morgen
Waarde Kok! Wat moet u wel van my denken!
Welnu, eerst voor vyf minuten las ik uw brief. Meijer heeft geen schuld. Ik ook niet. Ik ben op reis geweest, en heb gezworven. Voorloopig hartelyk dank.
Nu schryf ik u alleen om te zeggen dat ik niet zoo'n lompert ben als 't schynen moet. Hartelyk dank. Voor acht dagen sprak ik nog over u, in den Haag. Over u, uwe Shak: litteratuur, en over uw streven. Hartelyk gegroet. En zoo gaauw ik kan, meer.
t.a.v.
Douwes Dekker
Rondeel '63