Waarschijnlijk 10 maart 1863
Brief van Multatuli aan J.C.P. Hotz. Dubbel velletje papier, tot bovenaan blz. 3 beschreven. (U.B. Leiden; fotokopie M.M.)
WelED Heer Hotz
Alhier
WelED Heer!
Daar verneem ik zoo even iets dat my zeer grieft! Door een gek misverstand heeft het den schyn alsof ik UWED eene lompheid zoude hebben aangedaan die my dubbel leed zou doen, èn om UwED zelf, èn om eene Dame die daarin zydelings is betrokken en voor wie ik eene onbegrensde hoogachting heb.
Ik ben zoo vry UWED om vergunning te vragen U morgen avend tegen 7 uren een bezoek te komen brengen, om die zaak optehelderen. Als de dag of het uur UWED niet schikt, zal ik wachten op de mededeeling of, en zooja wanneer UWED my een oogenblikje zoudt gelieven te ontvangen. Maar Donderdag avend kan ik niet best.
Foei, wat moet gy wel van my gedacht hebben! Het spyt my erg.
Na beleefde groete ben ik met hoogachting
UWED Dw Dienaar
Douwes Dekker
Hotel Nederl: Dinsdag avend
Heden namiddag heb ik die historie vernomen, en
maak er dus terstond werk van. 't is een misverstand.