Multatuli.online

27 februari 1863

Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch, te Breda. Fragment. (Kopieboek 1, blz. 629. M.M.)

Ik moet U tot mijn leedwezen mededeelen dat ik afgezien heb van mijn voornemen eene circulaire ten gunste van Dekker te lanceren. Sedert vier weken heb ik hem niet gezien, misschien langer. - Hij moet thans weder veel geld verteeren en werkt toch niet. - De circulaire zoude kunnen dienen tot een wapen in de hand zijner vijanden, de vijand, dien hij in zich zelf heeft, is reeds magtig genoeg, en vertoont zijnen uitwendigen vijanden reeds genoeg zwakke punten, tot aanval geschikt.

Na hartelijke groete, en verzekering mijner ongeveinsde sijmpathie en hoogachting

Geheel de uwe

R.C. d'Ablaing van Giessenburg