Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
12 januari 1863
van
R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
12 januari 1863
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan Multatuli. (Kopieboek 1, blz. 621. M.M.)
Ct: courant, de lopende maand.
E.D. Dekker Esq Brussel.
Amice
Ik heb de brieven aan de Heeren Loudon, vdHoevell en D.A. Thieme behoorlijk ontvangen en met de noodige zegels er op, aangeteekend, gereexpedieerd.
De schuld aan Thieme had ik niet overgenomen. De verrekening met Nijgh zal eerst geschieden bij gelegenheid van het inzenden der rekening over de Ex. Vrije Arbeid en Ideen die hij in 1862 gehad heeft.
Weet ge dat Gevers Deijnoot verklaard heeft dat ge in uwen Max Havelaar de waarheid geschreven hebt (Zie Handelsblad voor Zaturdag 10 Ct.). - Zou het thans niet het gewenschte tijdstip zijn de uitgave der Ideen te hervatten, als het kan met een greep uit het leven der Javanen onder Nederlandsche onderdrukking, doch zonder persoonlijke bitterheid, en zelfs zonder op de verklaring van G.D. te verwijzen. - De lezer zal zelf wel verband brengen tusschen uw schrijven en zijn spreken en U te meer het bewijs leveren welk een invloed die woorden in uw voordeel op hem gemaakt hebben, naarmate ge voorbeelden van onderdrukking verhaalt zonder U te beroepen op de getuigenis der waarheid door anderen afgelegd.
Vraag geene sijmpathie en ze zal U aangeboden worden.
Vertoon U sterk, anderer hulp minachtend, en men zal U volgen, U hulp verleenen, U sterk maken.
Thans meer dan ooit, moet ge de zwakke zijde van uw publiek bestuderen, van de omstandigheden partij trekken, U noodzakelijk maken voor de maatschappij waarin ge U beweegt, en ze gebruiken zoo goed ze te gebruiken is.
Groet hartelijk voor ons - uw gezin
Geheel de uwe-