Eind maart 1862
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Enkel velletje papier, aan éen zijde in rode inkt beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Waarde d'Ablaing!
Ik geloof dat vel zes goed is, vooral als slot. Juist door 't af breken midden in een zin moet men om te oordeelen, 't vervolg lezen. Ik zou 't nu niet anders willen.
Als ik had gesloten, kon men mij rekenschap vragen van wat ik oversloeg nu niet.
Ieder is genoodzaakt te zeggen: Welnu, de man heeft immers niet uitgesproken’. Waarlijk 't is zóó beter.
bonsoir
tt
DD