Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
februari 1862
van
Multatuli
aan
R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
Midden februari 1862
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Enkel velletje papier, aan éen zijde beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.) De romeinse cijfers vervijzen naar de nummers van de Ideen.
De zetter heeft goed gedaan naar mijne opgave en dat er nu nog moet veranderd worden is zijne schuld niet. Maar er zijn dingen die ik eerst gedrukt moet zien om ze te beoordeelen.
Ik zie nu in dat de vers-regels door mijn eigen schuld niet goed gezet zijn. Dit moet dus nog veranderd worden, vooral daar er later meer zullen komen en 't dus van belang is dat eens voor altijd goed te regelen.
(gewoon beginnen, regel vol zetten en 't overschietende achter gelijk. bijv.
pag. 5. III | Wie twaalfmaal zegt ik zou... zegt elfmaal een | |
bêtise | ||
of - - elfmaal een bêtise. | ||
(naar 't uitkomt met het volzetten van den eersten regel) | ||
p 12. XXXV | Hebt ge't idee wel gelezen niet dat ik neêr schreef op enne... | gelijk |
Maar dat ik niet schreef op't wit tussen enne... en enne plus één? | gelijk | |
p 15. aan, | laat ons | |
Neen, zegt-i snel, wat-i-wil, wil-izelf omdat hij (vòlzetten en de rest hier | gelijk | |
Wat-i denkt, wat-i zegt - - enz vol zetten rest hier | gelijk | |
p 15. XLVIII. | Een ruiter viel van't paard, en sints dien tijd, Noemde ieder die van't paard viel zich 'n ruiter. | |
p 15. LIII. | ||
't Aankleven van een opinie ‘omdat ik zelf (volzetten) rest hier | gelijk | |
Is mij een duidlijke wenk dat ik niet goed (volzetten) rest hier | gelijk | |
p 15. LIV. | Komt op pag 16. |