Eind maart 1862
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenhurg (firma R.C. Meijer). Enkel velletje postpapier, tot bovenaan blz. 2 met potlood beschreven. (M.M.)
Waarde Meijer
Dank voor 1-6.
- geef mij zooveel Exx als ge in 't belang der zaak durft toevertrouwen aan mijn weggeefachtigheid
- Program straks.
- Mijn keel is n.b. gebrand met lapis. Ik moet kunnen lezen; 'k heb er nu een allerberoerdst gevoel in.
- Ik zal Broens naar U renvoyeren. Ik adviseer om met hem nooit schriel of karig te zijn.
- Mijn arme Mina (naaister) zal ik tot U zenden. Wilt ge vriendelijk tegen haar zijn. - Ze is zeer aantrekkelijk, en heeft geen moyens om vriendelijkheid te verwachten.
- Zend me liever Exx, waarover ik mag beschikken, dan kan ik als 't me in 't hoofd komt, er wat inschrijven.
Zend me bij de present Exx ook wat couvert banden.
- Die verdoemde keel.