Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
5 februari 1862
van
Multatuli
aan
R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)
Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)
Waarschijnlijk 5 februari 1862
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg (firma R.C. Meijer). Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) Het plan genoemd in de laatste zinnen, is niet doorgegaan. Een brief aan Van Lennep komt eerst voor in Ideen 287-289, geschreven mei 1862.
beste Meijer!
Laat s.v.p. ten koste onzer compagnieschap - want het strekt ten voordeele over de Ideën, en ik heb geen geld meer zoo veel mogelijk publiceren
Ik lees in de dageraad eene oproeping om mij te steunen.
Die oproeping is niet van mij, noch geschreven met mijne voorkennis.
Ik lees in 't Handels en Eff. blad eene dergelijke oproeping.
Ook die is niet van mij, en evenmin geschreven met mijn voorkennis.
Ik schrijf mijne ideën, ik schrijf alleen mijne ideën, en wie iets van mij weten wil, moet dat zoeken in mijn Ideën.
Proces vL, strijd tegen droogstoppelarij, mijn oordeel over kerk, staat, huisgezin, policie, justitie, deugd, zeden, geloof of wat het zij,... alles leg ik neêr in mijn Ideën.
Wat elders, direct of indirect in verband met mij of mijn zaak wordt gepubliceerd, is voor rekening van wie 't teekent of niet teekent.
Ik schrijf alleen mijn Ideën.
Multatuli.
Maak (vind ik) dit heel heel publiek.
't Is heel goed.
't 3 blad Ideën bevat een brief aan vL.
idem aan Quintilianus (Zie dageraad).