Waarschijnlijk begin september 1860
Ongedateerde brief van Multatuli aan zijn nicht Anna Abrahamsz, (geb. 1837), die inwoonde bij haar grootvader Cornelisz Abrahamsz. Facsimile in: Een paar nog onuitgegeven brieven van Eduard Douwes Dekker (Multatuli), met aanteekening door Mr. C.A. Wienecke; Leiden, 1939.
Noch van deze, noch van de daarop volgende brief is de precieze datum te bepalen. De vermelding van ‘De Bruid daarboven’ in Multatuli's brief aan Van Lennep, 29 en 30 augustus, is het enige gegeven.
Lieve Anna! Hiernevens de Catalogus van die tentoonstelling; wilt gij zoo goed wezen mij te doen weten of ik U bijv: morgen mag komen afhalen om te zamen daarheen te gaan?
Ik gis dat Uw grootpapa niet te huis is, en gij dus niet terstond zult kunnen antwoorden. Ik zal daarom morgen vroeg den kruijer zenden om Uw antwoord te halen. Laat mij in een gunstig geval, weten hoelaat gij mij verwacht? Zou 12, 1 of 2 uur niet goed wezen?
Wees intusschen hartelijk gegroet van t.a.v. Douwes Dekker Ik schrijf U familiair -
ik kan niet anders. Doe het ook S.V.P.