5 mei 1860
Brief van Dekker aan de Koning, ten geleide van het aangeboden Brief van Dekker aan de koning, ten geleide van een exemplaar van de ‘Max Havelaar’. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage; fotokopie M.M). Bovenaan zijn de volgende ambtelijke aantekeningen geschreven, waaruit blijkt dat het boek voor 10 mei gereed was:
Exh. 11 Mei 1860 LB 5.
Gedeponeerd, met afgifte van het exemplaar van ‘Max Havelaar’ aan Bur. Kr ter plaatsing in de boekerij. f. (paraaf).
Deze brief bleef onbeantwoord; zie Volledige Werken II, blz. 515
Sire!
Ten vervolge op de regelen die ik de vrijheid nam voor vier maanden tot Uwe Majesteit te rigten, waag ik het Uwer Majesteit nevensgaand exemplaar aantebieden van een werkje waarin ik tracht de aandacht van Koning en Vaderland te vestigen op de wijze van bestuur der Nederlandsche bezittingen in Indie; - een werkje waarin ik een klein gedeelte ophef van de gordijn die daarginds veel verkeerds bedekt.
Mogt die poging niet te vergeefs wezen!
Sire, over weinig tijds zullen de namen vergeten zijn van de raadslieden der Kroon die uit onkunde, traagheid of eigenbelang Nederland voortdreven op den weg des verderfs, - hunne onbeduidendheid ontslaat hen van rekenschap aan den nakomeling; -
maar, Sire, die nakomeling zal met dankbaarheid en eerbied den naam noemen van den Koning die met krachtvolle hand den Staat op dien weg deed omkeeren...
God beware Uwe Majesteit!
Douwes Dekker
Brussel 5 Mei 1860.