24 november 1859
Brief van Dekker aan W.J.C. van Hasselt. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (U.B. Amsterdam). Op blz. 4 noteerde Van Hasselt: ‘E. Douwes Dekker. Ontv. 24 Novbr. 1859’. Munt: het hotel waar Dekker logeerde.
Z∴ V∴ M∴
Ik ben gisteren hier aangekomen; mijn broeder heeft mij gezegd dat Gij Donderdags verhindering hebt. Mag ik zoo vrij wezen morgen ochtend U te bezoeken?
Als ik geen antwoord ontvang verzoek ik dit te mogen houden voor eene vergunning.
Ik ben met grooten eerbied
Uw heilw ∴ medebr
Douwes Dekker
Munt donderdag morgen.
Ik heb den br ∴ v L. reeds gesproken en ik ben geroerd door zijne belangstelling.