6 april 1855
Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)
's Gravenhage, 6 April 1855
Ik heb de eer Uwer Excellentie bij dezen medetedeelen dat ik, op gisteren bij de Heeren A. van Hoboken en Zn te Rotterdam passage naar Indie heb genomen met schip India, gezagvoerder Rijken, zijnde het eerste vaartuig dier firma dat derwaarts vertrekken zal;
Tot mijn leedwezen zal dat vertrek evenwel eerst plaats vinden in het begin der volgende maand doch daar ik door mijne tegenwoordige moeijelijke geldelijke omstandigheden niet in de mogelijkheid ben om mijne keuze te vestigen op een vroeger vertrekkend doch aan eene andere reederij toebehoorend vaartuig, is bovengemeld schip India, thans het eerste vaartuig waarmede na het ontvangen van Uwer Excellentie's afwijzende beschikking van 4 dezer La. A. No. 14, mijn vertrek uit Nederland mogelijk wezen zal.
De Oost-Indische ambtenaar
Douwes Dekker
Aan Zijne Excellentie den Heere
Minister van Kolonien te 's Gravenhage