* 29 april 1841
Brief van de heer Versteegh, uit Djatie Rongo (Res. Semarang), aan Dekker. Fragment. (Brieven I, blz. 46; Brieven WB I, blz. 27) Verder schrijft de heer Versteegh, volgens Mimi: ‘dat hij Caroline gelast heeft om met haar broeder thuis te komen’.
WelEdele Heer!
Het grootste bewijs dat u zult kunnen geven, dat gij werkelijk den C. godsdienst zijt toegedaan, en dat gij die niet aanneemt om bijkomende omstandigheden, maar alleen uit overtuiging, bestaat daarin dat gij dien godsdienst omhelst voor en aleer er verdere démarches om mijne dochters hand plaats hebben.