Multatuli.online

april 1887

In Memoriam van H. Blink in Vragen van den Dag, 1887, II, blz. 1-4. (fotokopie M.M.) Fragmenten.

In Memoriam. Eduard Douwes Dekker.

Met een gevoel van weemoed vatten wij de pen op, om enkele regelen te wijden aan de nagedachtenis van een groot man.

Eduard Douwes Dekker is niet meer. De man, die zich tot naam koos ‘Multatuli’, d.i. ‘ik heb veel geleden’, heeft uitgeleden. En de Nederlandsche natie telt weder een grooten geest minder. Het onrecht en de onrechtvaardigheid zijn van een krachtigen en onvermoeiden strijder bevrijd. De Slijmerings en Droogstoppels kunnen juichen, nu de hand verlamd is, die eens ten bloede toe geeselde.

(....)

Eduard Douwes Dekker was een genie, geen geleerde. Oorspronkelijk was zijn stijl, zoo hij een stijl had, oorspronkelijk waren zijne gedachten, uit hoofd en hart als uit eene geheime bron opwellend. Die gedachten beheerschten zijne ziel en zijn lichaam. Wie Multatuli zag arbeiden, kan begrijpen, welk een zwaren last een lichaam ondervindt, eene ziel als de zijne tot woonplaats te dienen. Tot elken zenuwtop drongen de ideeën van zijn zienden geest in al hunnen nuances door, en het broze hulsel was onmachtig hieraan weerstand te bieden.

Het krachtigste gestel moest op den duur bezwijken voor de heerschappij van een dergelijken geest. Zoo was de kracht van Multatuli in de laatste jaren dan ook gebroken. In de schoone Rijnstreken zocht hij rust voor zijn vermoeiden geest en zijn lijdend lichaam. En eindelijk vond hij er de rust des grafs. In het stille Nieder-Ingelheim, blies Neerlands grootsten denker den laatsten adem uit.

(...)