29 september 1874
Brief van Mimi aan C. Vosmaer. Twee dubbele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-7 beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.). Sommige gedeelten zijn weggeknipt.
Maandag 29 Sept.
Beste Vos. Verbeeldje, daar krygt Dek van morgen een brief van Stéfanie (de paduasche vriendin) van den 26sten. Zy wist toen niet waar de kinderen waren. Zy schryft dat ze met haar man op reis was in Tyrol en den 26 sten eerst voor drie dagen tine's overlyden vernomen had. De kinderen waren ‘immédiatement’ [1.] immédiatement: onmiddellijk (fr.) na haar toe gekomen, en hadden, niemand te huis vindende, gezegd dat ze over 10 dagen terug zouden komen en nu naar Milaan gingen. maar ze hadden geen adres achter gelaten schryft Stefanie.
In haar echt franschen brief schryft ze dat ze in ‘des angoisses terribles’ [2.] des angoisses terribles: hevige verontrusting (fr.) is en naar Milaan zal telegrafeeren - wat ze intusschen al drie dagen vroeger had kunnen doen. De kinderen hebben in Milaan geen andere relaties dan door haar, haar familie en vrien-den. - Goddank dat D. nu dien telegram van Edu had. in wat 'n angst waren we anders (....)
van Edu. Hy zal (veronderstel ik) dinsdag, na de begrafenis 10 dagen verlof hebben gevraagd en toen met Non naar Padua gegaan. Daar niemand vindende en er tegen opziende naar Venetie terug te keeren in dat leege huis - uit behoefte aan een afleiding zal-i naar Milaan zyn gegaan waar i kennissen en vrienden heeft. Arme kinderen daar nu in Padua aanteschellen aan een toe huis! Dit komt uit, den 26 was hy in Venetie terug. En in al dien tyd heeft hy aan niemand geschreven. noch aan dek, noch aan Stefanie, noch aan zyn patroon! Zoo ondoordacht! maar dat kan ik me van hem voorstellen.
Dek is nu in zooverre bly dat Stefanie geen rol by 't sterfbed gespeeld heeft, en haar geen belofte zyn gedaan omtrent Non. - Wel schryft ze dat ze Non gaarne by zich zou hebben - nu dat geloof ik wel. Ze is ryk en heeft geen kinderen maar zoo zal dek geen afstand van de Nons doen!
(....)
ons. Zou men niet zeggen dat we jaren lang vrienden waren?-
van de portretten. Zie hierby twee. Deze of althans het groote heeft Funke afgekeurd. Van 't andere 't eerste, dat je by ons zag heb ik geen afdruk. De fotograaf zal er mij een maken - maar hy is zoo langzaam ik heb dus aan funke verzocht u het portret te zenden dat hy heeft. En dat is ook al. andere cliche's heeft de photograaf niet. 't Is lief Vos je je daar moeite voor wilt geven - hoe je doen zult begryp ik niet. Ik weet niet of funke wel te vreden is met lichtdruk, ik geloof haast niet. - Dek zal natuurlyk goed vinden alles wat je doet - want daar funke ook een stem heeft wordt het anders zoo omslachtig. - In 64 is er een portret van Dek gemaakt. phot.
Zou dat misschien gebruikt kunnen worden nam. door copieeren? Dat is mooi, en groot. 't Is waar dat D. daar 10 jaar jonger op is maar voor later is dat 't zelfde, en staat nader aan den Havelaar. Wy hebben geen van die portretten. Maar als je 't de moeite waard vind [3.] vind: kennelijke verschrijving. zal ik aan de Hotzen verzoeken ze je te zenden. want diè hebben ze.
Vos, je zoudt ons een feuilleton van je gezonden hebben, waarby je gedacht had aan myn 24 uur? [4.] 24 uur: In Nederland (II, 1874) was van Mimi's hand een ‘schets’ verschenen, ‘Vier en twintig uren op reis’ geheten. waar blyft dat? En toen je nog hier waart heb je beloofd iets te zenden dat je uit 't Grieks vertaald had. Herinner je je dat? Na de manier waarop je er over sprak moet het iets natuurlyks en bevalligs zyn. Meer weet ik er niet van te zeggen. Kun je 't thuis brengen? Iets van vrouwen, van twee vrouwen. [5.] twee vrouwen: de laatste zes woorden naderhand toegevoegd. Wellicht was Mimi's belangstelling extra groot in verband met haar eigen drama-proeve, zie noot 6.
Je ‘een zaaier’ is heerlyk! Dank je Vos! De dek is er zoo bly mee. Myn dek knapt weer wat op. O die nare onzekerheid over de kinderen!
Vos ik wil je myn soi-disant [6.] soi-disant: zogenaamd (fr.); ook deze ‘proeve van een tooneelspel in vijf bedrijven’, getiteld ‘Twee vrouwen’, is in Nederland gepubliceerd. drama zenden. Het is niet goed. maar ik kan 't niet goed maken. Als de hond van Cervantes: als je 'm aan de eene kant opblaast gaat het er aan de andere kant weer uit.’ Toch heb ik geen lust het in de snippermand te gooien: toe, lees 't eens voor me! Je opmerking schilderen = roman = drama = beeldhouwen is zoo goed! ik zal daar dikwyls aan denken.-
Je opmerking dat ik niet moet streven naar diepte, heb ik in mn oor geknoopt. ik voel dat-i juist is, dat dat 'n struikelblok kon worden. Ofschoon ik 't niet begryp doet 't me toch genoegen dat gy en sommige anderen in myn 24 uur wat goeds vinden. Pas gister heb ik aan funke gevraagd of hy my niet een Nederl. zou kunnen bezorgen, want ik zou gaarne eens zien hoe het er uitziet. Ik heb verzuimd by tyds om afdrukjes te vragen.-
Als ik dacht dat myn drama drukbaar was zou ik 't netjes overschryven met komma's etc etc. maar nu - dat naschryven is zoo vervelend en daar 't leesbaar is - zend ik 't je maar zoo. De hoofdfout er van ligt in myn weifeling. Myn eerste idee was alleen Anna te teekenen en haar offer, haar dood om Gustaaf gelukkig te maken. Laura was slechts accessoire. [7.] accessoire: bijkomstig (fr.) Maar onder 't schryven sleepte Laura my mee. ik had toen lust gehad haar liefde te doen zegevieren. Maar zie dan had zy Anna's offer moeten aannemen, dat zou haar vernederd hebben. dat kon ik niet dulden. Ik slingerde. Anna te laten sterven en dan de anderen vereenigen - daar was iets zoo ordinairs in. Ook waarschuwde dek me zoo tegen 'n sterfscène als leelyk. - 't Eind is dat ik geen raad wist. dat dit slot onbevredigend is, niet deugt - toch zyn er passages die my te veel aan 't hart liggen dan dat ik 't geheel zou kunnen wegooien.-
O ja, nu nog over 't register van deks werken. Beste Vos wat we hebben is alleen geschikt voor dek zelf. 't Slaat op woorden, niet op zaken. 't is een klapper, geen register. Ik zou er wel graag een maken die geschikt was om uittegeven, maar ik zal dek niet kunnen voldoen. En was ik nu met myzelve nog goed eens hoe 't zou moeten zyn, maar 't is heel moeilyk. Dat goed te maken zou een waar kunststukje zyn. Alles is in alles by hem. en dat te ontrafelen en in vakjes te deelen -en zeker te zyn dat Dek nooit tevreden zou kunnen wezen. Ik denk er wel over, maar ik gis dat ik evenmin zal durven als kunnen.
Ik groet je zeer Vosje. en zoo doet de dek, en de Max niet te vergeten!
Morgen of overmorgen verwachten wy nu een brief van de kinderen. van Edu! O, wat verlang ik er naar! Was de Non maar eens hier. dag beste Vos.
Mimi