Multatuli.online

12 november 1868

Brief van Multatuli aan S.R. van der Ley. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (⅔) beschreven. (particulier archief; fotokopie M.M.)

denHaag 12 Novr 1868

beste vanderLey, - 't Is al laat en ik ben moê. My wachtte hier allerlei drukte. Dus slechts een kort woord ter aanvulling van den telegram, indien zulks na een zeer flink stuk dat ik in den Sneeker van den 11n lees, nog noodig is. Zie, ik wilde U voorstellen aldus te schryven [1.] te schryven: als reaktie op twee berichten in de Friesche Courant van 9 november 1868. De redaktie meldde daar dat Multatuli in Indië benoemd zou zijn in een zeer nederige funktie bij de ‘Landelijke inkomsten en cultures’. In feite betrof dit zijn neef Engel Douwes Dekker (1842-1906), de oudste zoon van Pieter. (Vgl. V.W. XIII, blz. 209.).

Aan de redactie &c.

Ik ben gemagtigd U medetedeelen dat het in (&c) voorkomend berigt dat: (omschryving.)

volkomen onwaarschynlyk is, en dus geheel en al met de waarheid overeenkomt.

Hulde doende aan de juistheid der gevolgtrekkingen en den gepasten toon &c &c &c (maak daar wat van) kan ik als bewys myner sympathie voor de onwraakbaarheid uwer bronnen en voor de fynheid uwer daaruit geputte opmerkingen, niet nalaten UED deelgenoot te maken van een ander gerucht dat wel een plaatsje verdient naast het hier behandelde, en dat UWED derhalve niet versmaden zult aan Uw lezers optedisschen. Van goeder hand namelyk is my medegedeeld dat Keizer Napoleon geplaatst is als redacteur van een liberaal blad te Krähwinkel, en dat Garibaldi zich heeft laten aannemen als vice-korporaal by de Pauselyke Zouaven.

Met de meeste hoogachting etc.

Daar hy dit natuurlyk niet plaatst, zult ge misschien lust hebben 't in een andere courant te doen opnemen (d.h.; na weigering van de liberale Friesche)

Ik heb slaap. Wees met Holkema, Hoyte en Johannes [2.] Holkema e.a.: wsch. Friese relaties van Multatuli uit deze periode. zeer hartelyk van my gegroet.

Uwliefhebbende

DD