* 18 januari 1853
Brief van E. Douwes Dekker en Tine aan P. Douwes Dekker en echtgenote. (afschrift M.M.)
Beste Piet en Mietje! Lomp - niet waar - zoo lang bij iemand te logeren en dan 10 dagen te laten voorbij gaan voor men bedankt voor de receptie. Kinderen, menschen, ik heb geen tijd! Het hoofd loopt me om. Reeds voor zes dagen had ik naar Wageningen [1.] Wageningen: in Wageningen woonden twee tantes van Tine. moeten vertrekken en nu ga ik eerst morgen. Eef bedankt voor de beurs. De spoorwegreis heb ik gelezen en met veel genoegen. 't Is heel practisch. Al te practisch hier en daar, zie de vliegenvleugeluittrek historie. Die inrigting ‘De vriend van armen en rijken’ hoop ik te bezoeken zodra ik van Wageningen zal teruggekeerd zijn. Gedurende ons verblijf in Amstam ben ik veel te veel naar mijn zin uitgeweest. Felix [2.] Felix: het gebouw Felix Meritis, vooral in gebruik als concertgebouw., opera, enz. Ik ben nog te onrustig om veel te genieten en bovendien heb ik veel te doen dat naar rustiger ogenblikken wacht.
Ik ben reeds bij A. en M. van der Maessen geweest en daar hartelijk ontvangen. Ik heb nog geene introductie-brieven afgegeven die ik in menigte heb: ik vrees dat ik daardoor later wel wat meer onder de menschen zal zijn dan mij schikt. Voor of op 2 maart [3.] 2 maart: de verjaardag van briefschrijver. kom ik bij U. Neem voor het oogenblik dit weinige voor lief. De dagen vliegen om. 't Is nu al over de drie weken dat wij in Holland zijn. Groet de jongens hartelijk.
van Uw liefh. broeder
Ed.
Apropos Mietje schrijft dat Eduard [4.] Eduard: Pieters derde zoon (1844-1868). mij een brief heeft gezonden. Wij vonden die niet in het doosje [5.] doosje: waarin uiteraard het beursje voor Tine verpakt zat; brieven werden ook vaak als pakketje verzonden - dat was goedkoper.. Ik houd dien dus te goed. Ons adres te Wageningen is bij Mejonkvrouwe Van Wijnbergen.
op de achterzijde schrijft Tine:
Hartelijk dank beste Mietje! voor het lieve beursje, ik ben er regt mede in mijn schik. Arme Miet moet gij nu reeds pijnen en ongemakken hebben? En toch meen ik, beklaag U niet ik kan mij voorstellen er eene aangename pijn kan bestaan, ik zoude het kunnen poëtisseren. Gij behoeft het zijkamertje nog niet voor mij in order te maken.
Het is hier in Amsterdam fameus druk, morgen gaan wij naar Gelderland, het is met regt reizen en trekken. Eduard verlangt ook naar rust, maar eerst alles afdoen, dan kan men ook beter genieten. Lieve Mietje wat hebben wij het goed bij U gehad, gijl. waart voor mij ook zoo hartelijk, iets waar ik zeer aan hecht, niet dat ik zoo aan mensen gehecht ben, want mijn Eduard is mijn Wereld, maar ik stel prijs op de vriendschap en liefde van Eduard zijn familie. Dag Mietje groet hartelijk de Jongens, geef Pieter een handdruk van Uwe Liefh. zuster,
Everdine.