Lijst van brieven op datum
19 februari 1884
van
Multatuli, Mimi Douwes Dekker bio
aan
Johan B.H. Bremer, Christina Bremer bio
Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)
19 februari 1884
Brief van Multatuli en Mimi aan J.B.H. Bremer en C. Bremer-Snelleman. Twee dubbele en een enkel velletje postpapier waarvan blz. 1-9 en 10 (⅓) beschreven. (M.M.)
Nieder Ingelheim, 19 febri 1884
beste Menschen! Mies zeide my van ochtend een brief van U ontvangen te hebben en deelde my daaruit iets mede dat my aanleiding geeft terstond aan U te schryven. Het betreft Marie. Mimi zegt dat ze, buiten Albert om, by U 'n 30 franc is komen leenen en dat ge die gegeven hebt. Dit schynt op zichzelf 'n kleinigheid maar ik zie er méér in, en ik verzoek U uitdrukkelyk dat zaakje aan Albert te vertellen. Me dunkt dat zyn belang dit vordert en dat het dus ook in 't belang van Marie zelf is. Het ware van uw kant, 'n misplaatste goedheid, haar te styven in zulke achterafjes. Op menschkundige gronden kunnen wy berekenen dat zy niet aan Ulieden die met Albert bevriend zyt, en van wie ze dus riskeert ‘verraden’ te worden - zooals zy 't misschien in haar domheid noemen zou - dat ze niet het eerst by U heeft aangeklopt! Vóór ze zich tot U wendde, heeft ze op àndere manieren gaten gestopt, dit houd ik voor psychologisch zeker, en even zeker is 't, dat Albert dit behoort te weten. Zulke bommen breken tòch los, en dan zeg ik: hoe spoediger hoe beter!
Meen niet dat er achter deze redeneering de minste animositeit tegen Marie schuilt. O neen! Ik houd haar, in zeer gewonen zin gesproken, voor 'n goed schepsel. Maar... zy is 'n kind, en ik vind het onze plicht Albert zooveel mogelyk te waarborgen tegen de gevolgen van haar kinderstreken.
Voor eenige weken schreef Albert ons dat haar zaakje redelyk goed marcheerde. Wel was er wat getob met moeielykheden die onafscheidelyk zyn van 't beginnen, maar... enfin, 't ging goed en beloofde nog meer. Ik herinner me nu dat die mededeeling my bevreemdde. Ik kon my geen stevige oorzaken denken van dat (aanvankelyk) succes. Maar andere dingen in 't hoofd hebbende, ontgaf ik 't my [1.] ontgaf ik 't my: zette ik het van mij af., en dacht er niet meer over. Op-eens voel ik nu m'n twyfel weer opgewekt. Hoe wist Albert dat de zaak marcheerde? Natuurlyk uit háár opgaven. Heeft hy die gecontrôleerd? Tenopzichte der meeste posten is dit onmogelyk. Kan hy vertrouwen dat ze hem de waarheid zegt? Neen! Ik houd haar volstrekt niet voor slecht (Integendeel!) maar ze is 'n kinderlyk zieltje dat meent alle leugens te kunnen vergoelyken met: ‘Ah mon Dieu, c'était seulement pour ne pas causer du chagrin à ce bon Albert!’ [2.] Ah mon Dieu etc.: O hemeltje, het was alleen maar om die goeie Albert verdriet te besparen (fr.) 't Is my alsof ik 't haar hoor zeggen. Ik heb stumperts van dezelfde soort gekend die haar leven voor dezen of genen zouden geofferd hebben, maar niet te bewegen waren: waarheid te spreken. En dit altyd onder 't afgezaagd pretext van: ‘bestwil.’
Albert schreef ons dat hy ‘de boeken’ hield. (of byschreef.) Eilieve, vanwaar haalt hy de posten? Evenmin als Marie hem de by U geleende 30 fr. opgaf, zal ze hem volledig inlichten omtrent andere schulden die misschien méér bedragen. Hoe kan Albert weten welke inkoopen van grondstof zy doet? Welke creditposten ingekomen zyn?
't Zou toch verdrietig zyn, niet waar, als Albert opeens en onverwacht moest hooren dat zy verder achteruit was dan hy wist. Dit vrees ik! Die 30 fr is daarvan 'n indice, want nog eens, zeker zyt gyl. niet de eersten wien zy om geld vraagt. Waarom niet zich aan Albert zelf gewend? Natuurlyk omdat hy niet weten mocht dat ze gêne [3.] gêne: geldgebrek (fr.) had, m.a.w.: omdat hy van den ware toestand geen kennis droeg.
Toe, zegt het aan Albert. Pleizierig is 't zeker niet voor hem, maar hy zal 't u in dank afnemen dat ge hem bytyds wakker maakt. Wat Marie's verstoordheid aangaat... ook zy is u dank schuldig dat ge haar beschermt tegen haar lichtzinnigheid. Ik geloof niet dat zy Albert ooit zou benadeelen in haar eigen voordeel, o nee! Maar wel door gebrek aan waarheidszin.-
Of Mies u ditmaal schryft, weet ik niet. We zyn wel (ik op wat asthma na) en leven stilletjes. Zeker heeft Mimi U meegedeeld dat we van kerstdag tot 6, 8 Januari hier 'n heele drukte gehad hebben. Heel aardig! Wouter heeft zich by die gelegenheid boven verwachting goed gedragen. (Hy was weinig of niet met kinderen in aanraking geweest.) Zal ik U dezen zomer hier zien? Heel graag! Eergister nog zei Mimi, toen Wouter aan 't pianospelen was en broddelde: ‘wat zal m'nheer Bremer daarvan zeggen?’
Ik spreek daar van ‘dezen zomer’. Ja, als we nog altyd hier zyn! Hoogstwaarschynlyk wèl, schoon ik om sommige redenen zou moeten wenschen - ja, wáárheen? De opvoeding van 't kind begint eischen te krygen waaraan hier niet voldaan kan worden. En vervolgens... och: haken en oogen! Niets is éénvoudig, alles is gecompliceerd. Hoeveel liefs het zoo ruim en gezond wonen hier, ook aanbiedt, toch moeten wy om veel redenen wenschen - ik weet waarachtig niet wàt! Ziedaar de ware: ‘haken en oogen’ als men zelf niet eens precies zeggen kan wat men wil. Le fait est, dat ik, nòch blyvende, nòch vertrekkende, my behoorlyk roeren kan. Ergernis over veel dat my wedervaart, maakt me stom en machteloos. Je ne fais que ronger mon frein. [4.] Je ne fais que... etc.: ik verbijt slechts mijn verdriet (fr.) Weest hartelyk gegroet van
uw vriend
Dek-
Ik zou 't vreeselyk vinden als Albert die na zooveel getob en gewurm, eindelyk 'n betrekkelyk goede haven is ingeloopen, z'n leven nu vergald zou zien door zoo'n byzaak! Maar juist dáárom gewaarschuwd, opdat het geen al te groote proportien aanneme! Wat nu nog gaatjes zyn, kunnen gaten worden die niet meer te stoppen zyn. Ik kan niet gelooven dat Marie de persoon is om zoo'n zaak behoorlyk te beheeren. En als ik hierin juist zie, vind ik Albert's verantwoordelykheid in 't financieele zeer gevaarlyk. Ze zou hem ook kunnen schaden in z'n officieele positie, dunkt me. Dus: waarschuw hem voor 't te laat is! Ge moogt hem dezen brief laten lezen. Dan kan hyzelf beoordeelen of ik gelyk heb? Mn doel is hem voor 'n onverwacht déficit te bewaren, voor 'n al te zware ‘tuile sur sa tête. [5.] tuile sur sa tête: klap (dakpan) op z'n kop (fr.)’ Liever nu 't kleine tuiletje!
's avonds
na de schakery, [6.] van hier af is de brief in Mimi's handschrift.
Lieve! Dek geeft my zyn brief en ik wil nu meteen nog een pr vragen beantwoorden uit je brief. Eerst de muggennetten. Neen, die waren nog niet gekocht. Als je nu dezen zomer nog hier komt, is het altyd nog tyd. Dan je lieve photographien die ik op myn verjaardag kreeg. Zeker zyn die ontvangen. ik meende je ook per briefkaart bedankt te hebben. of neen, dat meen ik niet, maar dat is zoo. Dank je wel voor de inlichtingen broeimachine! - De afspraak was dat de machines van U bleven. maar waarschynlyk was de hoofdgedachte daarby of je broer ze misschien later nog eens gebruiken zou - en daar die nu eens de voet in de stygbeugel van de Dagblad schryvery heeft - want al gaat die Amsterd. (zooals ik onlangs hoorde) niet nr wensch, hy zou nu zeker ook aan elk ander blad teregt kunnen. - ofschoon 't een naar en slaafs bestaan moet wezen - Nu ja - hy heeft misschien nog illusies op 't punt van schryvery - of beschouwd [7.] beschouwd: kennelijke verschrijving. het moederziel alleen als kostwinning - wat ik nog zoo'n gek standpunt niet vind - maar - daar zyn we in 't hart van de kwestie die je aanroerde in jou brief. - Welzeker, voor dek is schryven zoo goed als een daad. Hy staat voor elk woord. Maar dat is by andere schryvers zoo niet en ‘men’ neemt ook zyn geschriften voor ‘words’ en niets dan ‘words’ [8.] words, words: ‘woorden, woorden’, aanhaling uit Shakespeares Hamlet, acte II, scène II, is Hamlets antwoord op de vraag van Polonius: ‘Wat leest u daar, heer?’ en verdraait ze en leest verkeerd willens of onwillens en verbittert hem 't genoegen aan 't schryven. Want hy zou er genoegen in hebben als hy een publiek had dat ter goeder trouw was. maar ‘men’ is verleugend. De verrotte toestand in Holland (en in alle andere landen, maar Holland is ons nu 't naast) ergert hem gloeiend. Om een ding te noemen, die munsterschen kerkhofzaak [9.] Zie 9 februari 1884. in Utrecht; die ken je toch? Is 't niet om uit je vel te springen? Nu, daar zou hy nu over kunnen schryven en over zooveel anders! Gesteld dat hy 't deed zyn gemoed is er vol van, dan zou men - òf hem doodzwygen, of hem aanhalen of valsch uitleggen, of zeggen dat het heel mooi was - maar de zaak zou blyven zooals ze was! - En als er hierna weer een zaak behandeld werd zou 't recht even goed als ditmaal met voeten getrapt worden - Begryp je nu wat hy er mede meent dat hy wat zou willen doen?
Ja toen hy de Havelaar schreef was hy armer! Hy had toen niets! nu daarentegen heeft hy 't mirobolante [10.] mirobolant: wonderschoon (fr.) inkomen van 2400 mark. Maar toen geloofde hyzelf aan de kracht van zyn woorden en van zyn wil, hy had toen illusies hy hoopte toen recht te verkrygen voor de javanen en voor zich, nu gelooft hy dat alles niet meer! integendeel weet hy dat zy die zich zyn geestverwanten noemen (!!) heel voldaan zyn over 't slagen in hun poging hem zoo'n schitterend inkomen te bezorgen! Gelyk gesteld met een jongste klerk of zoo wat! - Neen er is geen gelykvoelendheid tusschen zyn lezers en hem.-
Maar dek wil nr bed. En je raad aan my? O neen, lieve die neem ik je zeker niet kwalyk. ik weet dat je 't uit bestwil doet - maar toch je raad is verkeerd. - Tegen over U trek ik vurig zyn party als je meent dat hy zou moeten werken, maar tegenover hemzelf berust ik alleen. ik begryp zyn tegenzin, hoewel ik wel wenschen zou dat hy schreef, voor eenige zeer weinige - en om zyn eigen wil (daar niets zoo afmattend is als altyd denken zonder uiting) en ook voor my - en ook eindelyk om de allerplatste huishoudelyke redenen. maar nooit zoek ik invloed te hebben op zyn al of niet schryven, wel overtuigd dat ik, hem kennende zooals ik doe daar verkeerd in zou handelen. O denk eens ik heb zoo'n lange leerschool met hem achter den rug - en alles is niet zoo en kan ook niet heelemaal zoo zyn als ik het droomde in myn meisjes illusies - die dan ook wel een beetje onnoozel waren.
Maar nu basta! Nacht lieve het is al een uur. Slaap goed.
Wou vond je prentjes toch zóó mooi en laat je wel danken. Addio!
Mies