Lijst van brieven op datum
8 november 1882
van
Multatuli
aan
Gosewina Carolina de Haas-Hanau (bio)
Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)
8 november 1882
Brief van Multatuli aan mevr. G.C. de Haas-Hanau, met naschrift van Mimi. Dubbel en enkel velletje postpapier waarvan blz. 1-5 en 6(½) beschreven. (M.M.)
Nieder Ingelheim 8 novr 82
lieve beste Lina! Zoo even schreef ik 'n brief aan De Wolff dien ik hem verzocht aan U en DeH. meetedeelen - hm, 'n styltje om te kussen. Wat is 'n meegedeelde brief? Enfin!
En ik schreef hem dat ik U allerlei verzoeken te doen had. Dat is zoo, en ze zullen straks volgen.
Maar eerst verzoek ik U uw besten man te vertellen dat ik met aandacht en belangstelling het blauwgekruist stuk [1.] Waarschijnlijk ter attendering in een opgestuurde krant met blauw potlood aangekruist. in den Rotterdammer van 26 Oktober gelezen heb. Wat 'n gewurm om iets goeds tot stand te brengen! Zeker zou de zaak gladder afloopen als men voorstelde het ziekenhuis te dynamitiseeren.
Wat z'n notaatje aangaat omtrent ‘depressie’ ‘deprimeeren’ en de rest, ik ben er de kluts van kwyt. Wel wil ik er later op terug komen, maar ik heb U over andere dingen te schryven, en wel over zaken. Maak U gereed tot verbystering en flauw vallen. Maar sta weer op en luister.
Hoewel ik de te behandelen zaak van den grond af wil ophalen, zal ik toch ditmaal de schepping overslaan en... passer au déluge [2.] passer au déluge: overstappen op de zondvloed (fr.). Ja, ik passeer nog meer en stap terstond over den ellendigen staat van m'n beide huis jasjes die no één zullen leveren op 't program van de wenschen en verzoeken waarmee ik tot U kom. Een dun jasje van Orleans (?) kan ik te Mainz koopen, maar 't dikke, 't gewatteerde, het ‘co in du feu’ [3.] coin du feu: coin de feu, warme kamerjas voor de winterdag (fr.) zooals - hoe drommel heet-i? - het betitelde. In raadsvergadering hebben Mimi (voorzitster) Betsy, lid, en ik, Schriftführer [4.] Schriftführer: schrijver, secretaris (du.); in duitse schrijfletters. uitgemaakt dat het toch ‘in huis’ nooit zoo goed gemaakt werd als door 'n ‘man van 't vak’. Meen je nu dat ikzelf aan van der Elst (Is dit de naam?) schryven moet of zoudt gy de goedheid hebben het voor my te bestellen? In dit geval verzoek ik U hem te zeggen dat ik 't gaarne souple [5.] souple: soepel (fr.) had, liever wat dik door 't voeren met slappe watten dan door dikte van de stof zelf. En s.v.p. zwart van kleur. Ik meen dat het best is, zwarte - neen, ik weet het niet. Zoudt gy voor me willen beslissen? Uit dankbaarheid zal ik dan dat huisding naar U noemen en me gehuld voelen in Lina. Daar zou 'n mensch veel voor doen. Ten tweede. Zoudt ge de goedheid hebben by Van Kempen voor my te koopen 'n kinderbekertje, (met 'n ‘schildje’ zooals ze dat noemen) en hem daarop te laten graveeren: Picciola.?
Als Mimi in Holland komt zou ze dat dan by U gereed vinden, als! Want ze weifelt, en ik weet waarlyk niet of er vooreerst iets van komen zal. Nu, in dat geval kan zy of ik U later verzoeken het bekertje te verzenden aan het dan optegeven adres.
Maar, lieve, wilt ge ons asjeblieft toestaan die beide dingen te betalen? Zieje, anders zou ik den moed niet hebben U zulke kommissies optedragen. En dat dit geen raideur [6.] raideur: stijfheid, stugheid (fr.) is ten uwen opzichte of jegens den gullen en groothartigen DeHaas, zal blyken uit hetgeen nu volgt. M'n nummer drie is wel terdeeg onbescheiden, en als ge ooit hebt kunnen wenschen dat ik over U beschik kunt ge tevreden zyn. Meid, ik houd zooveel van harde bokking, de zoogenaamde stroo-bokking. En ik meen dat de tyd van die dingen nu begint. Als dit waar is, vraag ik U om de gunst my gedurende 't bokking saizoen 'n paar keer 'n klein mandje daarvan te zenden. Ik meen dat ze niet duur zyn. Daarin ligt dus de onbescheidenheid niet. Maar ik weet niet of 't inpakken en ‘deklareeren’ U last veroorzaakt. Aan 'n vischkooper kunt gy 't misschien niet opdragen want die zyn - of waren in m'n jeugd - te voornaam voor die soort van bokking. Engelsche (?) en sprot gaan voor fatsoenlyker door omdat die duurder zyn en niet op de straat verkocht worden.
Zie zoo, nu heb ik m'n hart voor U uitgestort. Ik ben zeker, als ik zonder die coin du feu of die bokkings ten-grave daalde, dat ge u beklagen zoudt over m'n gebrek aan vertrouwen, en op m'n graf schryven:
hier ligt 'n man die niet pluis was,
Dat bleek uit bokking en huisjas.
of:
deze persoon - is't niet shocking?-
Vertrouwde z'n vrienden niet voor 'n bokking.
of:
Ik mocht hem wel lyen
Maar in huisjasjes en bokking was-i te bescheien.
of:
Och, had-i maar by me aangeklopt
'K had met pleizier de bokking in hem, en
hem in 'n coin du feu gestopt.
Enz. Enz. Enz.-
Wat den beker aangaat, daar op verkies ik geen verssies te maken. De zaak gaat Mimi aan, en er staat geschreven dat ieder menschen kind net genoeg heeft aan z'n eigen poëtischen ader. (Er zyn er zelfs die er niet mee toe komen.)
Dag beste lina. Wat zeg je wel van zoo'n gekken brief? Dag beste meid. Veel groeten aan DeHaas en de kinderen.
Uw liefh
Dek
Lieve Lien [7.] Postscriptum van Mimi., ik heb even copy van deks kluchtige versjes genomen, vandaar een couvert van my. Je ziet dat hy nog al goed gestemd is, dag lien!