Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

mei 1886

van

Ymke Braunius Oeberius-Meyer

aan

Gosewina Carolina de Haas-Hanau (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)

terug naar lijst

mei 1886

Brief van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Twee dubbele velletjes postpapier, onvolledig bewaard gebleven. (M.M.)

(....)

door wie wèl in staat zouden zijn.

En nu der lange Rede kurzer Sinn? [1.] der lange[n] Rede kurzer Sinn: om kort te gaan (du.)

Een oogheelkundige krijgt dikwijls huidzieken bij zich. In Rotterdam woont geen specialiteit. Dr de Haas zal dus allicht eenigen om hulp zenden naar Amsterdam. Zou hij nu misschien zoo vriendelyk willen zijn ook Gorter te recommanderen?

Ik weet dat ze, de patienten nooit beter geholpen zullen kunnen worden dan door den eerlyken kundigen Gorter.

Zyn spreekuren zyn s'morgens van 2-4 uitgenomen s'zondags; s'avonds van 8-9, op maandag woensdag en vrijdag; en op die zelfde dagen s'morgens van af 9 uur, gratis aan het grenen hek in de breestraat. Alhoewel ik de geldkwestie heb vooropgezet - Gorter zelf is in dat opzicht een Dek, zijn vrouwtje een Mies, wat het beheeren aangaat - is 't hem vooral ook te doen om veel patienten te hebben, interessante gevallen.-

Ik schreef zoo uitvoerig, opdat Hr. de Haas weten zou wie hij recommandeerde. Hij kent ons wel niet, maar Dek kent ons allen en wat ook iets beteekent Mies. Want die lieve beste dek heeft veel menschenkennis, maar kent dikwijls de menschen zoo slecht-

Oef - Wanneer komt gij? Ons kluisje is byna schoon, maar 't hindert niet al boenen ze beneden nog zoo; wij zitten droog.

Voor eenige dagen kreeg ik beste berichten uit Ingelheim. Dek werkt uren aan de Laubgang, en s'avonds las Mimi voor, ook een goed teeken.

OB groet hartlyk. Niet minder uwe Ym!

Als gij niet spoedig komt komen wij een dagje over waaien. dag dag!

Heb je de dageraad ontvangen? Hoe vind je toch die nieuwe Gidsmannen? En nu Huet dood - een verrukkelyke dood, maar hoe vreeselyk voor Mevr. Huet haar man zoó te vinden.

En die rede van Hr Obreen [2.] Obreen: zie bij 8 mei 1886. - geeft veel te denken en zal vrees ik bij sommigen niet den indruk maken, dien hij ermee beoogde - O wat zyn er tal van dingen om over te keuvelen. Kom maar gauw. - Ik heb geen moed mijn brief over telezen; schrijf dus fouten in minder gelukkige uitdrukkingen maar op rekening van de correctie die ontbrak.