Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

5 januari 1886

van

Multatuli

aan

Jan Zürcher (bio)

 

Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)

terug naar lijst

*5 januari 1886

Brief van Multatuli aan J.W.C.A. Zürcher. (WB X, blz. 246-248). De tekst is onvolledig. De brief is op 10 januari voltooid.

Nieder Ingelheim 5 Jan. 86.

Waarde Zurcher! Grooten dank voor Kees de Bruin [1.] Kees de Bruin: Cornelis de Bruins Reizen over Moskovie door Persie en Indie, Amsterdam 1711, is nog in het bezit van het Multatuli Museum., want hy is 't, hy, de beroemde, dien ge my zendt, en niet 'n ter nauwernood bekende reiziger, zooals ge schynt gemeend te hebben. Ik ben er zeer bly mee. Aangehaald wordt hy dikwyls, ook byv. door Valentyn [2.] Valentyn: François Valentijn (± 1660-1727), predikant in N.O.-Indië, auteur van een achtdelige encyclopedische beschrijving van de Koloniën. die zelfs nu en dan van hem dieft maar nooit had ik iets van hem in eigendom bezeten. Wat ge my nu zendt is z'n tweede reis. Die duurde 7 jaren, (over Rusland en Perzie naar Java, en nagenoeg over den zelfden weg terug.) De eerste reis had, zooals my uit het voorbericht blykt, 19 jaren geduurd!

Zoo even noemde ik hem ‘beroemd’. Dit is wat te veel gezegd. Zeer bekend is hy, althans by 't deel van publiek dat zich met zulke dingen bemoeit, maar om ‘beroemd’ te zyn - zooals hy verdient! - zou... dat publiekdeel wat grooter moeten zyn. Sonnetten [9.] Winkler Prins: Jacob Winkler Prins (1849-1906), Nederlands schrijver, debuteerde als dichter in 1885 met de bundel Sonnetten.... parlez moi de ça [3.] Parlez-moi de ça: Vertel mij wat. (fr.)! Jammer dat 's mans portret dat volgens den inhoudwyzer by 't boek behoord heeft, er door 'n Vandaal is uitgescheurd.

Ik heb reden om als vry zeker aantenemen dat het my gezonden Exemplaar behoord heeft aan den Hertog van Brunswyk [4.] van Brunswyk: het exemplaar van Multatuli heeft op het titelblad de volgende inkt-inskriptie: Serenissimi Domini D. Antonii Ulrici Ducis Brunsvicensis ex Luneburg Wolffenbuthnia Linea.. Aan dien potentaat nl. droeg De Bruin dit werk op, en 't boek is verguld op snee. 't Is niet te denken dat 'n ander Ex. zoo fraai zou ausgestattet zyn. Ook is er 'n fragment van inschrift in dat dien weg schynt uittewyzen. Alzoo alweer: habent sua fata libri [5.] habent sua fata libri: boeken hebben zo hun geschiedenis (lat.) eigenlijk: ‘...libelli’, van libellus, klein boek; citaat van de taalkundige en dichter Terentianus Maurus.. Van libellum mag ik niet spreken by 't behandelen van zoo'n wichtig boek met reusachtige platen. Het gezicht van Spahan [6.] Spahan: Isfahan, destijds hoofdstad van Perzië, aan de karavaanweg van Teheran naar de zuidkust. is ± 2 meter lang! Wat 'n arbeid.

En hoe schoon is de druk!

Nog eens ik ben u zeer dankbaar voor dit geschenk. Moeielyk had de wakkere bekwame De Bruin ergens kunnen aanlanden waar hy hartelyker gerecepieerd werd, n'en déplaise [7.] n'en déplaise X: zelfs al zou X daar tegen opkomen (fr.) de Serenissimus [8.] Serenissimus: Zijne Doorluchtigheid (lat.) - zie noot 4. aan wien hy z'n werk opdroeg. Of Lessing dit Exempl. niet gemist heeft?

Zondag.

Wel kerel, wat hebt ge u geweerd! Grooten dank voor alles. Winkler Prins [9.] Winkler Prins: Jacob Winkler Prins (1849-1906), Nederlands schrijver, debuteerde als dichter in 1885 met de bundel Sonnetten. hierby terug. Ik zie dat hy J. heet. De oude Bragaman [10.] Braga-man: Anthony Winkler Prins, vader van de voorgaande, (1817-1908), Nederlands schrijver, gaf met J.J.L. ten Kate in 1842 het parodistische tijdschrift Braga uit. heet A. Alzoo kan er jeugd liggen in z'n dwaasheid. Maar al of niet jong, 't is erg. Of steekt er edelmoedigheid achter? Speelt hy den beschonken Heloot [11.] Heloot: een lid van het volk der Heloten, slaven in het oude Sparta. om de jonge lui te genezen die zich te buiten gaan aan delirium-sonnetticum? [12.] delirium-sonnetticum: sonnettengekte. He, let eens s.v.p. op de wys waarop de pers (met permissie!) zich van dat bundeltje afmaakt.

Maar wat spreek ik van de pers? Zyn niet de meeste sonnetten van den laatsten tyd even zot? En zyn de vervaardigers van die vodden behoorlyk onder handen genomen? Immers neen. Even zot? Ja. Maar men moet erkennen dat W.P. 'n andere manier van zotheid uit z'n snaren haalt. (Vergeving voor ‘snaren.’) Leze de Gids op blz. 72. Van dien man is iets te maken.

Dat de uitdrukking over de neus van 't kind van Tollens was, wist ik wel. Hy zegt: (ik meen naar Claudius [13.] Claudius: Latijns dichter uit de vierde eeuw n. Chr.)

‘En... hebt ge Vaders neus niet recht,

Heb toch 'n hart als hy.’

Ik nu vind die tournure niet slecht, volstrekt niet! En niet in 't belachelyk maken van zoo'n uitdrukking ligt de verdienste van ‘Grassprietjes [14.] Grassprietjes: bundel parodieën op de dominee-dichters (1885), door Cornelis Paradijs, pseudoniem van Frederik van Eeden.,’ maar in 't geeselen van den doorgaanden toon, 't zoeterige, huisbakkene, misselyk-naive van zulke poetery, en vooral in 't publiceeren daarvan.

M'n asthma is de laatste dagen erg lastig. Daar kwam by dat de hoest me geen nachtrust gunde. Ik voelde me doodaf. Daarom ben ik er nu maar toe overgegaan wat morphine te nemen. Dat helpt. Ik slaap nu 's nachts en 't schynt wel of dat ook m'n asthma dragelyk maakt.

Ons huisnummer? 94? [15.] huisnummer: (bedoeld) op de Haarlemmerdijk te Amsterdam. Het huisnummer was 28. Ik meen ja.

Wat ik 'n hekel aan schryven heb!

Hoe hebt ge dat huisnummer opgespoord? 't Zal toch na m'n jeugd wel veranderd wezen. Maar wat kan 't u schelen? Ge zyt toch niet van plan, na m'n dood zulke dingen als wetenswaardigheden... ajakkes!