Multatuli.online

23 april 1885

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Een dubbel velletje briefpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅘) beschreven. (M.M.)

Wiesb., 23 april '85

Beste Dekker! Neen, bestel den wagen nog niet, want vooreerst mag ik niet van hier. Verbeeld u dat ik, die, in spyt van mijn zonderlinge verslapping den heelen winter buiten verkoudheid bleef, hier in deze droge hitte aan 't hoesten en opgeven van slym ben geraakt in zulke mate, dat mij nacht noch dag rust gegund werd. Daarby verheffing van koorts, zoodat wij in deze prachtige voorjaarsdagen beiden (want ook vrouwlief heeft het ‘op’ de borst) als twee bejaarde hofjesstumperts in huis moesten blijven. Sedert gisteren begint het nu wat beter te worden maar ik voel me weder erg slap en zou niet in staat zyn een kwartier ver te loopen, ook niet om lang achtereen te spreken. Eigenlijk is mijn tegenw. stemgeluid om van te rillen!

Zoodra we weêr beter zijn schrijf ik u, want ik verlang zeer U te zien in het huis waar voorzeker menigeen troost vond en sterker werd voor den ‘stryd des levens.’ Wel is 't jammer dat er zooveel kostbare uren met den reis vice-versa gemoeid zyn, maar daarin moeten we berusten. Komt Mimi of Gyzelf soms hierheen dan zijt Gylieden natuurlyk hartelijk welkom, maar in elk geval hoop ik U in deze Meimaand op Uw Patmos te zien. Zoo gunstige gelegenheid komt misschien nooit weder in ons leven terug.

Wees met vrouw en kind inmiddels alles goeds gewenscht van

Uw liefhebbende

GLF

Gelukkig hebben we hier een volmaakt rustig tehuis en luchtige vertrekken.

Net by tyds waren we het hôtelleven ontkomen toen dat saaie ziekelijke leventje ons overviel!-

Och doe my 't plezier eens de reisroute op te geven die Ge het meest geschikt acht. Met die verschillende Stations hier en te Mainz reis ik 't liefst op uw kompas.