Multatuli.online

22 april 1883

Dagboekaantekeningen van mevr. Abrahamina Cornelia Charlotte Georgette Vosmaer-Clant betreffende het bezoek, dat zij en haar man met hun dochter Marie brachten aan Multatuli en Mimi op hun reis naar Italië. (Vosmaer-archief, A.R.A. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)

(....)

Bij Bingen zijn wij er afgestapt hôtel... zeer netjes, mooi uitzicht. Den volgenden ochtend 9½ uren naar Ingelheim. Een curieus, ouderwetsch, versleten wagentje, van binnen bekleed met een afgedankte dimette [2] dimette: diemit (of diemet) is een witte katoenen stof, met ingeweven patroon. rok stond op ons te wachten. Wij kropen er met ons drieën in, en strompelden met een even oud versleten paard, naar de woning van Multatuli. Zijn huis ligt beelderig, aan alle kanten heerlijke gezichten. De ontvangst was allerhartelijkst. Woutertje was snoezig, een bijzonder wel opgevoed ventje, zeer intelligent en weetgierig. Het is touchant [1.] touchant: roerend (fr.) om te zien hoe innig dat kind bemind word door zijne pleegouders. Het kind verkeerd in het denkbeeld dat hij bij zijne ouders is; eenmaal zal er een tijd komen dat hem de waarheid zal moeten gezegd worden! Zijn vader leeft nog, is kolonel, zijn moeder is eenigen tijd geleden gestorven; gelukkig, zeg ik. Zij was uit den fatsoenlijken stand, moest haren misstap verbergen voor hare overige kinderen, want dit kind mogt er niet wezen, en zij deed gemakkelijk afstand van het schepseltje waar zij zich voor schamen moest; droevige toestand. Zijne pleegmoeder heeft hem o.a. ook piano spelen geleerd; allerliefst zat het manneke met haar, kleine quatre mains te spelen, met veel aplomb, precies het beeldje van den kleinen Mozart, zoo zat hij daar met zijn beentjes van den grond, zijn lief bakkesje en poezelige handjes; het was een schilderijtje. Twee dagen zijn wij bij hen geweest, zeer gezellig en prettig, hij was zoo echt blij, Charles bij zich te hebben, en herhaalde meermalen hoe plezierig hij het vond dat wij gekomen waren. Het was hoogst interessant bij zulk een wijsgeer, zoo als hij, rustig een paar dagen door te brengen; ieder woord door hem gesproken, zegt iets, over alles en alles heeft hij nagedacht, niets is hem te gering of ontsnapt hem, hij is de groote menschen kenner. Wij troffen koud weêr, en zelfs sneeuw, niettegenstaande dat, maakten wij toch eene wandeling. De eenzaamheid daar is groot, maar zij verlangen niets meer, en hebben genoeg voedsel in zich zelven, bovendien krijgen zij veel bezoek van vrienden. Het viel mij op zoo bijzonder matig hij is, hij drinkt veel thee, maar overigens eet en drinkt hij onmogelijk weinig; wijn of dergelijke zaken gebruikt hij zelden, beschouwd de alcohol als allernadeeligt voor de hersenen. Zelden houd hij op met spreken, het stroomt er uit, het is verbazend, ik geloof niet dat zijn wederga bestaat. Woutertje is lief en aanvallig met zijn pleegouders, die het kind beminnen, verzorgen en leeren, zoo als de beste wezenlijke ouders het niet kunnen verbeteren. Beiden gaven zij mij den indruk van echte goede menschen, die veel geleden en gestreden hebben, en ook mishandeld werden. Dinsdag 10 uren -s morgens vertrokken wij naar Mainz, waar wij een paar uren stil moesten blijven, even een kijkje namen, iets gebruikten. (....)