Multatuli.online

Brieven en dokumenten

11 januari 1883

Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (M.M.) De brief is de volgende dag voltooid.

Nieder Ingelheim 11 Januari 83

beste Vos! Gister ontvingen wy uw keurig boekje. Mimi verwelkomde het met 'n kreet, en ook ik kan u niet zeggen hoe bly ik ben dat ge aan ons gedacht hebt. En toevallig had ik juist gister nacht zoo aan u en uw Nanno [1.] Nanno: de vroeg-griekse idylle in verzen Nanno van C. Vosmaer was in 1882 in Den Haag verschenen. gedacht. Natuurlyk had [2.] had: had ik; verschrijving. er reeds theilweise [3.] theilweise: gedeeltelijk (du.) in duitse schrijfletters. kennis mee gemaakt door de hartelyke beoordeeling in den Spectator en de daarop gevolgde schoentjes-kontroverse [4.] kontroverse: in De Nederlandsche Spectator van 23 december 1882 staat een stuk van Mr. Sandalos, geëmancipeerd schoenmaker: ‘De schoentjes van Nanno, die Milto ter afwering van het bestoken der min, omgekeerd aan den voet van het rustbed wilde plaatsen’, een aanleiding tot discussie omtrent bijgeloof en schoenen bij klassieke dichters..-

Zóó ongeveer begon ik gister avend een brief aan U. Daarop ging ik aan 't divageeren [5.] divageeren: uitweiden. over 't nieuwste werk van Huët (‘het land van Rembrand’) dat ik nog niet gelezen heb (ik had dus moeten zeggen: over m'n tegenzin die gegrond is op de vry algemeene ophemelary en m'n vooroordeel tegen hem) en over Mevr B. Toussaint's ‘Majoor Frans’. Daarover wydde ik zóó uit, dat gy recht hebben zoudt tot beklag. 't Was geen behoorlyk antwoord op uw vriendelyke aanbieding van Nanno. Ik verscheur dus de blaadjes van gistr'-avend (na u toch even gezegd te hebben dat ik dien Majoor Frans [26.] jonker Frans: Majoor Frans (1874), emancipatoire roman van A.L. Geertruida Bosboom-Toussaint (1812-1886). - boek en persoon - heel min vind. Sta ik alleen met dat oordeel - in godsnaam! Ik verbeeld my het te kunnen rechtvaardigen, en daaraan besteedde ik - heel ongepast - 'n groot deel der nu verscheurde blaadjes.)

Gistravend dan liet ik m'n schryvery liggen en las uw lieve Nanno. Ja, het is 'n keurig stuk, al heb ik 'n ander oordeel dan gy over de soort van productie. Ik weet niet of die laatste woorden juist zyn. Uw Nanno is 'n hoog poëtische Leistung [6.] Leistung: prestatie (du.), doch - neen, 'n ‘doch’ is er niet. Ik wou maar zeggen dat by deze uitdrukking meer op ‘Leistung’ dan op't adjektief behoort gedrukt te worden. Anders uitgedrukt, ik vind uw Idylle meer 'n litterarisch dan poëtisch meesterstuk. Heb ik hierin gelyk? Ik verwacht niet dat velen my dit zullen toestemmen, vooral niet omdat ik nagenoeg alleen sta met m'n meening over poëzie. Zelden hoor ik zonder protest van myn kant, dat woord gebruiken, of althans ik kan me meestal niet volkomen vereenigen met de beteekenis die men daaraan schynt te hechten. Maar basta nu dáárover. 't Zou gaan schynen alsof ik iets wilde afdingen op uw zoo liefelyke Idylle. Over weinige dagen lees ik het stuk nogeens, en liefst overluid om den Rhythmus te hooren, waarby ik acht geven zal op de door u geschonken Noten. Hartelyk dank! Ook voor de heden (een bestelling na't boekje) ontv. postkaart. Mies zal u antwoorden op haar eigen houtje.

Wilt ge svp. niet vergeten dat ge ons beloofd hebt dezen zomer van Napels terug keerende, zoo mogelyk den weg over Mainz (d.i. Nieder-Ingelheim) te nemen? Ja, doe dat toch met Uwe vrouw en dochter! Gy zult zoo heel heel welkom zyn, en de vette kalven n'ont que bien se tenir [7.] n'ont que bien se tenir: eigenlijk: n'ont qu'à bien etc.; moeten maar goed oppassen (fr.) tegen dien tyd.

Met veel genoegen heb ik de NJaar's prent van den Spectator nagepluisd [8.] NJaarsprent: de Nieuwjaarsprent van De Nederlandsche Spectator heeft onder de titel ‘Panoptikon van den Nederlandschen Spectator 1883’ een 28-tal tekeningetjes. Het eerste nummer van deze jaargang bevat in de vorm van een ‘Gids tot het Panoptikon’ de uitleg bij de prent. Actuele kwesties, waaronder Atjeh, worden op een satirische wijze onder de loep genomen.. Zullen de lezers begrypen dat de absentie van 't kwitantiezegel 'n epigram en action [9.] epigram en action: spotdicht in volle werking (fr.) is? Zóó heb ik 't opgevat. De samenkoppeling van de twee millioenen Juffrouwen lag my sedert maanden op't hart. Nu moet ge weten dat ik de tin knoeiery voorzag toen ik in de Couranten las dat 's Jacob...


(van 'n byzonder deftige emigranten familie, zegt Fruin, zonder er by te vertellen hoe 'smans fransche voorouders hun naam spelden.)

- nu dat die m'nheer Jakob kort na z'n benoeming by prinses Hendrik dineerde. En onlangs las ik dat zy links en rechts bezoeken aflegde. (amb-ire!) [21.] amb-ire: rondgaan (lat.), etymologische wortel van ambitie, namelijk: bij invloedrijke personen langsgaan om hun steun te verwerven. 't Zal me benieuwen hoe de Kamer zich houdt. De zaak is ergerlyk! Het [10.] Het: oorspr. stond er 't Voorloopig. antwoord van De Brauw rechtvaardigt niets. Integendeel, juist als de door hem opgegeven gronden voor de verlenging inderdaad bestonden, lag 't voor de hand de koninklyke machtiging [11.] machtiging: oorspr. stond er goedkeuring. te vragen, nà overleg met de vertegenwoordiging. Het brutaal vermyden van dat overleg is wel 'n blyk dat hyzelf die gronden niet voor overtuigend hield. M.i. zyn èn 'SJacob èn De Brauw benoemd ad hoc! [12.] ad hoc: speciaal voor het regelen van deze kwestie (lat.)


(Men schryft me uit Rotterdam dat de aandeelen van Prinses Hendrik grootendeels in handen van den Koning zyn overgegaan. Of 't waar is, weet ik niet.
Uit den toon van de N. Rott Ct kan ik opmaken dat Franssen van de Putte ditmaal - tot z'n eigen verwondering zeker! - niet in de schelmery betrokken is. 't Was aardig om te zien hoe de redaktie voor ze daarvan zeker was, 'n slag om den arm hield.)

Nog eens Uw N. Jaars satyre. Ik betreur het dat er niet wat meer ruimte was in uw ‘gruwelkamer’. Ik had er zoo graag 't onuitstaanbare ‘als’ (met pretense [13.] pretense: voorgewende.) beteekenis van toen, in gezien. En de onverdragelyke praesens! (actualitatis?) [14.] praesens actualitatis: tegenwoordige tijd die de aandacht richt op hetgeen nu geschiedt (lat.) Of 't Perfectum! [15.] (im)perfectum: (on)voltooide tijd (lat.) (beiden inpl. van 't burgerlyk juiste Imperfectum. [15.] (im)perfectum: (on)voltooide tijd (lat.)


Als Amalia flauw valt, is Leonard haastig toegeschoten,
of: schiet L. toe! -
En: ‘dan’ voor doch of maar. en: ‘alleen’ voor idm. [16.] idm: idem, hetzelfde (lat.)-

En: verliefd (of jaloersch) van! (Zie Busken Huet en Bosboom Toussaint, óók émigrés [17.] émigré: (hier) uit Frankrijk afkomstig., minder apokrief [18.] apokrief: op onhoudbare gronden.-deftig dan Schakop [19.] Schakop: (geheel vernederlandste versie van) 's Jacob., dit erken ik maar al bewezen zy familie van Catinat [20.] Catinat: Nicolas de Catinat (1673-1712), franse maarschalk, zeer geliefd bij zijn soldaten. te zyn of aftestammen van Colligny [22.] Colligny: Gaspard de Coligny (1519-1572), franse maarschalk, aanvoerder van de vervolgde protestanten., dit geeft hun geen recht ons opteschepen met de taal [23.] de taal: oorspr. stond er hun taal. die hun voorouders spraken. En daar is affectatie [24.] affectatie: gekunsteldheid, aanstellerij. in (‘aanstelling’ zegt juffr Toussaint, zeker om te bewyzen dat ze slecht hollandsch weet te schryven zonder 't minst atavisme [25.] atavisme: (hier) invloed van voorouders.). ja affectatie, gemaaktheid, jacht op distinctie, d.i. naar myn definitie van 't woord: ploertery. Huet zal zeker nog wel weten dat men geen ‘pluim’ gebruikt tot het reinigen van 'n kamer. En zeker weet zy ook wel dat men in Holland niet zegt: aan wien zegt ge dit! (à qui le dites vous = nu, dàt zal wel waar wezen!) Ook dat men niet telkens 'n antwoord begint met de vraag: ‘Wat zal ik u zeggen?’ (De bekende fransche stoplap.) Ja, ik ben misselyk van Juffr. Toussaint. Zeker zou 't 'n slechte daad zyn 'n achtenswaardige oude dame publiek te havenen (jazelfs 'n domheid!) maar ik heb moeite my intehouden. Beste Vos, haar geschryf is afschuwelyk!

't Is de vraag of ik goed doe myn oordeel niet te uiten (en te rechtvaardigen. Misschien zou 't plicht zyn. Misschien is 't zwakte dat ik - ik weet het niet.

Misschien hebt gy zelf dien jonker Frans [26.] jonker Frans: Majoor Frans (1874), emancipatoire roman van A.L. Geertruida Bosboom-Toussaint (1812-1886). slechts vluchtig gelezen, en verwondert ge U over m'n byna onvoorwaardelyk laagstellen van dat boek. Toch geloof ik u aan m'n kant te krygen, als ik u 'n lystje aanbood ('n lyst, 'n lange lange lyst!) van al de taalgruwelen die zy begaat. Dat kan niet anders. Ge zyt auteur van de zoo keurig gestyleerde ‘Vogels’ en moogt niet tevreden zyn met zoo'n keukenmeiden werk. En niet alleen wat taal betreft, maar ook in karakterschildering is die Majoor Frans 'n prul. Myn god, wat 'n publiek dat dit niet inziet! Ik ben er zeer verdrietig over. Wat geeft het, in den smaak te vallen van 'n volk dat zùlke dingen toejuicht?-

Daar ben ik toch weer op't chapître van Mevr. B. Toussaint gekomen! Och, wees er niet boos om. De ergernis over zulke dingen... is sterker dan ik, om me ook eens voor 'n afstammeling van émigrés te doen aanzien. (Het verwondert me dat ik juist die uitdrukking niet in haar boek vind. We willen hopen dat ze'r die invoegt by 'n herdruk. Daarvoor mag ze het meermalen voorkomend: ‘dat gelykt op U’ [27.] dat gelykt op U: (duits) das sieht Ihnen gleich: echt iets voor U. er uit laten omdat het maar 'n duitsch idiotisme [28.] idiotisme: (hier) uitdrukking, zegswijze (van idioom: taaleigen.) is. Men is fransch of niet-fransch, que diantre [29.] que diantre: wat drommel (fr.)!

Ik ga Bosboom doodschieten. Ik vergiftig mevr. Huet. Ik zet wewenaar en weeuw in 'n hokje by elkaar. Na 'n gepast tydsverloop ga ik kyken of 'r emigreetjes voor den dag zyn gekomen. Zoo ja, dan zend ik ze onder de hoede van S Jacob naar Frankryk, met vrindelyk verzoek ze dáár by den burgerl. St. te laten inschryven als plaatsvervangers van de slachtoffers der par.n bloedbruiloft [30.] bloedbruiloft: in de zg. Bartholomaeus-nacht (24 augustus 1572) werd een groot aantal franse hervormden (Hugenoten), die naar Parijs waren gekomen voor het huwelijk van Hendrik van Navarre en de zuster van de koning, op last van de koningin-moeder vermoord. Veel franse protestanten weken vervolgens naar Nederland uit (émigrés).. Zoo wreekt zich de brave.-

Mies is flink en wel zooals altyd. En Wouter geeft ons veel geluk. 't Is 'n lieve jongen, waarlyk! Wat my betreft, voor't eerst van m'n leven ben ik aan't medicineeren. Een dokter te [31.] te: oorspr. stond er uit. Amsterdam kwam ons bezoeken, expres om me van m'n asthma te genezen. Daar hy te dien einde 'n drukke praktyk eenige dagen in den steek gelaten had [32.] gelaten had: oorspr. stond er liet., had ik den moed niet myn aanvankelyke weigering voltehouden. Ook Mies drong er zeer op aan. Ik gebruik alzoo nu chloretum ferri [33.] chloretum ferri: chloor-ijzer-verbinding. (zeg ik 't goed?) om later de kwaal aan te tasten met arsenic. Of't helpen zal?

Maakt uw familie het goed? Uwe vrouw? De Napelsche Visscher? De Kanonnier? [34.] De Napelsche Visscher, de Kanonnier: twee zonen van Vosmaer, namelijk Gualterus Carel Jacob (geb. 29-8-1854), verbonden aan het Zoölogisch Station van Anton Dohrn te Napels en Willem (geb. 15-7-1856), 1e luitenant-artillerie. En uwe dochter? En haar Nikias? Ontvang voor allen onze hartelykste wenschen. Komt toch dezen zomer eens by ons kyken. We zouden 't zoo prettig vinden!

Dag beste Vos, wees heel hartelyk van my gegroet. Mimi schryft zelf

uw vriend

Dek

Neem er toch genoegen mee dat mn brieven zoo en négligé [35.] négligé: onverzorgd (fr.) zyn.