Multatuli.online

1 mei 1882

Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)

N. Ingelh. 1 Mei 1882

beste Haspels! M'n vrouw schreef U dezer dagen, en daarop wachten wy antwoord. Misschien kruist het dezen brief. Maar wat ik U te zeggen heb, staat niet in verband met uw mogelyke komst die ons in allen geval heel aangenaam wezen zal, vooral daar 't hier zeer gezond is.

Maar ik heb U over iets anders te schryven! Zou Bos genegen en by machte zyn my onder verband van voordrachten in den aanstaanden winter tweeduizend gulden voorteschieten? Dit zou voor my van zeer groot belang en een ware vriendschapsdienst zyn. De uitlegging waarom dit voor my zoo gewichtig wezen zou, volgt later.

En, beste Haspels, spreek noch gy noch hy, een woord over dit verzoek. Het zou my zeer veel schade berokkenen als 't bekend werd voor den juisten tyd. Zoowel myn verzoek om geldelyke hulp als m'n voornemen om in dat geval voordrachten te houden, moeten voorloopig geheim blyven. U wil ik wel zeggen en dat mag Bos ook weten dat ik deze vraag doe om by zekere verwikkeling - te slymerig om nu uit te leggen - myn onafhankelykheid van - te bewaren. Spreek er in 'shemels naam geen woord over. Dit zou me zeer schaden in veel penible verhoudingen.

Hartelyk gegroet van

Uw vriend

Dek

Antwoord my, svp. zoo spoedig mogelyk. Indien B het doen kan en wil, is er spoed by de zaak. 't Komt er op aan of ik my al of niet moet [1.] moet: oorspr. stond er wil. Het verzoek betreft een poging van Multatuli zichzelf de mogelijkheid te verschaffen ‘nee’ te zeggen tegen de Huldeblijkcommissie. laten behandelen als 'n jongetje. B's hulp zou een ware vrykoop van slaverny zyn, en zeker soort van kleine mannen een streep door de rekening maken.

Leve de R. Katholieken en orthodoxen!-

Als ik zeker wist dat Coen zich zou weten te amuseeren, zou ik gaarne zien dat hy meekwam. Maar hy is tusschen servet en tafellaken. Beslis gy zelf, asjeblieft! Welkom zal hy in allen geval wezen, en ruimte hebben wy in overvloed. 't Is maar de zorg dat hy zich niet verveelt, daar hy nu toch evenmin kan spelen als met de oomes meepraten. Wy zyn hier in den wydsten zin van't woord: à la campagne. Zal hy daarin stof vinden om zich bezig te houden?