Multatuli.online

19 april 1882

Brief van G.L. Funke aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) Met briefhoofd G.L. Funke, Nieuwe Heerengracht bij de Amstel, 37.

Amsterdam, 19 April 1882

Waarde Mimi, Ik vreesde wel dat Dekker zich te hooge illusies over de zaak vormde, maar 't is hier meer de vraag of hem daartoe aanleiding gegeven is, zoodat hij nu recht zou hebben de operateurs der beweging met den boel te laten zitten? Van meet af aan is mijn indruk geweest dat die Heeren erg bescheiden in hun wenschen waren. Toen de Heer Paap mij uitnoodigde meê te zitten in 't Hoofdcomité (er was toen nog geen sprake van zoo'n uitgebrei-de Commissie) heb ik dat geweigerd. Mijn hoofdargument daartoe was dat als er sprake kwam van eene nationale hulde, er minstens 50/m bijeen behoorde te komen en omdat ik zeker was dat dit niet bereikt zou worden, mij de lust ontbrak meê échèc te lijden. Later, toen buiten mijn weten, de Commissie zoo veelhoofdig was geworden en men mij meêdeelde dat de verwachtingen zich beperkten tot een bedrag van 20/m. bleek mij duidelijk dat zulk een som niet zoo min werd geacht. Toen ik het tegendeel uitsprak, werd mij geantwoord dat ja, als kapitaal de beteekenis niet groot mocht heeten, maar dat, indien men daarvoor een lijfrente kocht en ‘Tandem’ in functie bleef, de revenuën bleven bestaan zoolang Gij in leven waart, zoodat Dekker ook voor U geen al te groote zorgen in 't graf meênam. Het denkbeeld van lijfrente scheen ook dáárom begeerlijk, omdat bij eventueel overlijden van Dek zijn erfernis geheel aan U ten deel viel zonder dat ge ooit te dien aanzien in last kondet komen met Eduard of Nonni, die dan mede als wettige erfgenamen zullen opkomen. Zoo beschouwd was die vorm als minimum niet zoo min, en nu er zich niet minder dan 70 man voor den wagen spanden, bleef toch altijd de groote kans over dat er veel meer zou bijeenkomen. Ik heb daarom meêgedaan, doch als eenvoudig lid der algemeene Commissie. Of nu het Hoofd-Comité buiten Dek om beschikkingen zal maken, betwijfel ik zeer, maar dat het de gemelde plannen heeft en er aan mij iets van uitgelekt is, blijft de waarheid. Als D. nu van hen eischt de ontvangen gelden eenvoudig over te geven, zullen zij dit vrij zeker doen, maar daarmeê met één slag de illusie zien verdwijnen van loon op hun pogen om hem en U 't leven te vergemakkelijken. Bedenk dat onder de Hoofdcommissie maar een enkele is die 't breed heeft in de wereld, dat allen U beiden hartelijk genegen zijn, zeer hun best hebben gedaan en zij 't dus niet helpen kunnen als de uitslag zoo teleurstellend is. Om al die redenen vond ik dat zij steun verdienden en daartoe vooral strekte mijn voorstel van de 5/m. Behalve dat klinkt het heel anders wanneer als uitslag der beweging bekend werd dat aan Dekker en U levenslang eene rente van f1700 à f1800. - is verzekerd, dan dat men zou hooren dat hem 10 à 12/m. is aangeboden. Laat Dek zich dus wel bedenken voor hy mijn plan afkeurt en ontsla mij svpl van de opdracht om te pogen het Hoofdcomité in een ander spoor te leiden, zoolang ik officieel met geen enkel spoor bekend ben. Geloof me, ik liep gevaar als voorbarig de deur gewezen te worden.

Nogmaals dus: wil Dek mijn voorstel aannemen, hij doe 't dan spoedig, anders verloopt het getij geheel. Laat hij toch ‘practisch’ zijn en in den loop der zaak berusten, anders komen er later nog allerlei verdrietelijkheden uit voort en vervreemt [1.] vervreemt: sic. hij allicht eenigen van zich, die nu met toewijding voor hem gewerkt hebben. Geloof mij: een goed deel van 't volk zou er maar al te veel plezier van hebben als zoo iets het einde van de manifestatie werd. Verlangt D liever dat ik zwijg en eenvoudig voortga met jaarlijks de f500. - te storten, ook dàt is mij wel, maar of dan zelfs het begeerde minimum zal bereikt worden, durf ik betwijfelen!

Wees met D. hartelijk gegroet van

Uw vriend

G L F