Multatuli.online

11 april 1882

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje briefpapier, geheel beschreven. (M.M.) Met gedrukt briefhoofd G.L. Funke Nieuwe Heerengracht bij de Amstel, 37.

Amsterdam, 11 April 1882

Beste Dekker!

privé!

Eerst voor een paar dagen heb ik eene Vergadering kunnen bijwonen van de Commissie voor het Huldeblijk, omdat de vorige samenkomsten steeds op zaterdag tusschen 3-5 belegd waren, een uur waarop ik hoogst moeielijk van mijn post kan gaan. Die Verg. nu bestond bijna geheel uit flinke actieve mannen, die blijkbaar zeer hun best hadden gedaan, maar niettemin nog een heel eind van hun doel bleken te staan. Ook in dit geval wordt maar al te wel bewezen hoe gemakkelijk men de lieden een excuus aan de hand doet om den zak dicht te knoopen, en daarom verwonderde 't mij minder dat, vooral na de zoo boosaardige tactiek van 't Handelsblad, en ook na eigen ondervinding op dit punt, de uitslag zoo dun bleek te zijn. Op gevaar af dat ik zeer onbescheiden en ongepast uit de school klap, moet ik tot toelichting van 't voorgaande en tot rechtvaardiging van dit schrijven, U meêdeelen dat jl zaterdag opgaven waren ontvangen van ⅓ der 70 onderteekenaren van de circulaire en wel tot een bedrag van f8500. -. Wat de overige ⅔ dier heeren hebben gedaan, weet nog niemand van de hier wonende Commissieleden, maar mijn persoonlijk gevoelen is te dien aanzien heel ongunstig.

Nu spreekt het vanzelf dat de Hoofd-Commissie zich cijfers heeft voorgesteld, toen ze haar taak aanvaardde. Naar ik hoorde fluisteren rekende men in 't ongunstigst geval althans f20.000 bij een te krijgen en in dàt geval die som te besteden om eene lijfrente te koopen die Ca f1400 - per jaar aan U en na Uw overlijden aan Mimi levenslang zou afwerpen. Dat doel dus zou aan het minimum der wenschen beantwoorden, een minimum dat vooral nu, bij zoo kwaadaardige tegenwerking, gelieg en gelaster, noodzakelijk moet bereikt worden, al ware 't alleen om dien ellendelingen niet hun triomf te gunnen.

Houd mij nu niet voor te pessimistisch als ik U zeg dat ik hard vrees voor de kans om die 8½ tot 20/m op te voeren, tenzij er iets bijzonders gebeurt dat Uwen vrienden een hart onder den riem steekt! Om zoo iets nu in 't leven te roepen ben ik op de gedachte gekomen U een voorstel te doen. Wat dunkt U nl wanneer ik eens ophield met mijne jaarlijksche uitkeering en inplaats daarvan door iemand als Versluys of Zürcher aan de Commissie liet weten dat zekere N.N. bereid is in eens af eene som van f5000. - in handen der Commissie te storten zoodra het cijfer van f20.000 door haar bereikt zal zijn? Ge zoudt daardoor wel mijn f500. - missen, maar inplaats daarvan ¼ meer dan de gedachte f1400. - krijgen en wel zonder dat dit ooit van mijn leven, welvaart of eenige andere omstandigheid afhankelijk zou zijn. Bovendien behoeft Ge mij noch mijne erven ooit weder ‘dankje’ te zeggen, iets wat toch ook op den duur voor U of Mimi vervelend zou gaan worden.

Ziedaar mijn plan. Denk er over na zoolang Ge wilt en weet Ge iets beters, dan laat ik 't gaarne varen. Lang te wachten met de beslissing, zou ik evenwel dáárom verkeerd of gevaarlijk achten, omdat het Comité thans nog vol ijver is en 't zou kunnen gebeuren dat die in luttel tijds afkoelde indien men begon te wanhopen aan 't bereiken der 20/m. Met zoo'n premie in 't verschiet, zal men zijn best blijven doen om de zaak tot een eervol einde te brengen. En dat toch is in de gegeven omstandigheden het voornaamste, zoowel voor Uw prestige tegen over gansch Nederland als voor 't volk zelf?

Wees hartelijk met Mimi gegroet van

Uw vriend

G L F

Laat in geen geval aan wie ook iets blijken van 't geen ik in dezen van de plannen der Commissie en van den stand der zaak heb onthuld!