Multatuli.online

20 februari 1882

Brief van P.F. Abell aan V. Bruinsma. Dubbel groot vel postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Delft, 20 Februari 1882

Hooggeachte Heer!

Het door U in den ‘Amsterdammer’ geschrevene heb ik gelezen. Ik ben nog jong en heb nog weinig ondervinding en menschkun-de opgedaan. Toch waag ik het, U myne sympathie te betuigen en ik hoop (en ben er van overtuigd) dat U op die betuiging niet laag zal neêrzien, zooals vele zoo-bizonder-veel-ondervonden-hebbende menschen gewoonlijk doen met alles, wat een jongere zegt.

Ik heb nog weinig van Multatuli gelezen, en daarom zou ik het niet wagen, hem te verdedigen, ofschoon ik dikwijls bij het lezen van z'n ‘Max-Havelaar’, en nog meer, bij dat van z'n ‘Minnebrieven’, op het punt ben geweest, een stuk ter zijner verdediging naar de redactie van een der dagbladen te zenden. - Ik heb er mij echter tot nu toe van onthouden, omdat ik mij, door de verdediging van Havelaar, aan het gevaar zou hebben blootgesteld, door een ‘slimmerd’, die meer van de zaak weet dan ik, ‘uit het zaêl’ te worden gelicht. En dat zou weêr geschaad hebben aan de Havelaarszaak, die de zaak is van het Nederl. volk. -

Ik ben student aan de Instelling voor onderwijs in de Taal-, Land- en Volkenkunde van N.I. te Delft. - Waarschijnlijk zal ik dus eenmaal (ik hoop het, ten minste) geroepen worden tot het plaatsnemen op 'n post als er eens een door Havelaar is bezet is [1.] is: kennelijke verschrijving. geweest. -

Ik ben ervan overtuigd, dat velen onder mijne mede-studenten aan de Ind. Instelling Havelaar hoogachten, en er naar haken, blijk te geven van die hoogachting. - Maar,... dat men H. geen recht heeft laten wedervaren, schrikt hen af. En dat is, dunkt me, natuurlijk, al is het treurig. - Men kan moeilijk zwemmen tegen den stroom in. - De meeste studenten aan de Ind. Instelling hebben geen ‘geld’; de meesten hunner zijn te Delft gekomen met het doel, om zich ‘'n goede positie’ in de Ind. Maatschappij te verwerven. - Door het examen te komen is dus voorloopig hun hoofddoel. - Nu reeds blijk te geven van hunne ingenomenheid met Havelaar's daden, zou ongunstig kunnen werken op den uitslag van het examen, waaraan zij zich alle moeten onderwerpen, en dat... een Staats-examen is. -

En, als dat examen naar wensch is afgeloopen en de candidaten bij het Binnenl. Bestuur in Indië zijn geplaatst geworden,... kan men het hun dan euvel duiden, dat zij, naast het ‘beschermen v.d. inlander tegen knevelary’ ook de promotie in het oog houden? Immers, de natuur v.d. mensch is egoistisch. -

Zoolang Havelaar geen recht geschiedt, zullen ‘promotie’ en ‘flinke bescherming van den inl. tegen knevelary’ steeds met elkander in strijd zijn. - Enkelen zullen het laatste (n.l. bescherming v.d. inl.) stellen boven het uitzicht op promotie. - Maar de meerderheid zal helaas eene andere keuze doen. - Op die manier zal er niet veel verbeteren in de Ind. toestanden.

Dáárom is het, dat ik U het volgende voorstel doe: Er dient een verbond opgericht te worden, dat zich ten doel stelt: ambtenaren als Havelaar te steunen, als zij hunne betrekking verliezen door hun plicht te doen. - De ambtenaren b.h. B.B. [2.] b.h. B.B.: bij het Binnenlands Bestuur. in Indië hebben waarlijk reeds met genoeg bezwaren te kampen en hebben er dus aanspraak op, dat ze niet tegengewerkt worden als ze hunne plichten in het oog houden. -

Geheel Nederland zou tot het verbond kunnen toetreden; ja, het moet het doen. - Niet-ambtenaren zouden natuurlijk het bestuur moeten vormen, terwijl het Beschermheerschap zou kunnen worden opgedragen aan den Koning. -

De Regeering mag er niets tegen hebben, want het doel is: steunen van ambt., die hun plicht doen. - Bovendien zou het geen verbond zijn tegen de Regeering, maar tegen Slijmeringen. - Als de Reg. twijfelde aan de noodzakelijkheid van het oprichten van zulke een verbond, zou men haar kunnen verwijzen naar de Havelaarszaak. -

Ik geloof, dat het tevens een huldeblijk van de Nederl. natie aan Havelaar zou zijn. - Kent U een beter?

De ambtenaren in Indië staan nu alleen. Geen band houdt ze samen; ze werken ieder afzonderlijk. - Een band, in de sympathie van het Nederl. volk zou hun moed verdubbelen; het denkbeeld ‘er zijn velen in Indië, die hetzelfde goede doel nastreven’ zou hun reuzenkracht geven. -

Ingeval dit voorstel U mocht bevallen, zou ik U beleefd, maar dringend willen verzoeken, U met de uitvoering er van te willen belasten. - Ik gevoel er mij niet sterk genoeg toe; mannekrachten zijn er voor noodig. -

Met de meeste achting teeken ik mij

Uwdwdr.

P.F. Abell

Gedempte Burgwal 12.