Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

5 augustus 1881

van

Gosewina Carolina de Haas-Hanau (bio)

aan

Mimi Douwes Dekker (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)

terug naar lijst

5 augustus 1881

Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

5 Aug 81

Lieve Mimi

Vóór 't ontvangen van uw laatst schrijven had ik nooit van ‘de Portefeuille’ gehoord en Haas ook niet. Zoodra ik echter wist dat er iets van Dek in te vinden was, heb ik er de Wolff op uitgezonden, even als op de bewuste nummers van 't Nieuws van den dag, dat we nooit lezen. - Ik vind den brief van Dek aan de Beer schrijvend in alle opzichten interessant en zoo multatuliachtig mogelijk. Dien brief te lezen is niet genoeg, men moet hem in bezit hebben en hem zooveel mogelijk verspreiden. We hebben er dan ook eenige exemplaren van besteld. Er is nieskruid in voor menigeen. Hoe aardig aan 't adres van van Vloten! Hem noem ik altijd: 't mannelijk vischwijf. Wat wordt hij door Dek beknopt en netjes aan de kaak gesteld! 't is om je te verkneuteren van pret!... 't Slot van den brief is een kort, krachtig, volkomen verdiend ver-wijt voor al wat nederlander heet. - Mimi, je hebt gelijk: als ik een man was, dan zou ik ('k vergeet hier voor een oogenblik nr 3 uit de Ideën) dan zou ik doen wat Ge van mij verwacht: partij trekken voor Dek. Nu ik helaas maar 'n vrouw ben, doe ik het toch ook wel maar niet in de dagbladen. Ik doe het overigens waar het te pas komt en waar ik het gevoegelijk kan doen met eenige hoop op succès. 't Is mij altijd een genot belijdenis afteleggen van mijn geloof in Multatuli. Niet iedereen keur ik echter waard om over hem te spreken. -

Hoe jammer, lieve Mimi, dat Dek door al die onaangenaamheden, weêr zoo ontstemd is en zoo gestoord wordt! Zal daaraan dan nooit een einde komen?

Ik heb Herman Lange [1.] Herman Lange: roman van August H.J. Lafontaine (1758-1831). gelezen. De strekking van den roman vind ik schoon en edel. De inhoud vind ik langdradig en sentimenteel. Er waren gedeelten in waarvan ik de beschrijving saai vond. Misschien noemt Dek mij na die verklaring een brutale domoor, soit [2.] soit: het zij zo (fr.), hij moet mij niet hooger schatten dan ik waard ben.

Voor 'n paar weken kreeg ik een portret van Zola present! en dat nog wel van 'n welmeenende vriendin! Verbeeld je! Ik mocht het dus niet beschouwen als een opzettelijke beleediging. Door dat geschenk aan te nemen pleegde ik hoogverraad aan moed en oprechtheid. Als ik toch naar de inspraak van mijn hart te werk ware gegaan, dan zou ik het voor de oogen van de gulle geefster op den grond hebben gesmeten en vertrapt. Doch 'k grief niet graag vriendelyke welwillendheid en 'k deed mijn best om 't lieve schaap, dat in haar onnozelheid meende er mij een plezier meê te doen, niet te kwetsen. Toch ben ik zeker dat ik een vies gezicht zette toen ik dat portret aannam. Een vuilnisbak wekt altyd walging al heeft hij zich ook in auteursvorm gestoken. Dat infernaal sujet heeft een alledaagsch rustig uiterlijk. Men zou 't hem niet aanzeggen dat hij de schrijver is der ‘volledigste handleiding tot de kennis van alle soorten en graden der grofste tot de fijnst gerafineerde liederlijkheid.’

Ik meen dat Zola een menschenbederver is van de ergste soort en dus een misdadiger van prima kwaliteit. Sedert ik o.a. zijn ‘la curée [3.] La curée: de verdeling van de buit (fr.). De roman van die naam (1872) is het tweede deel van Zola's romancyclus Les Rougon-Macquart.’ gelezen heb, ben ik in mijn eigen oog zedelijk gedegradeerd. 't Geweld door hem daarin van mijne verbeelding gepleegt, vergeef ik hem nooit. Zelfs niet ter wille zijner eenig schoon beschreven Gervaise. Behalve dit beeld is den inhoud van l'Assommoir dan ook overigens slechts een kinderboekje vergeleken bij la Curée c.s. [4.] c.s.: cum suis (met de zijnen) (lat.)

Het bewuste portret stak in fluweelen lijst versierd met gekleurde zijde bloemen. Wat 'n parodie! Om die beeltenis behooren bloemen van gansch anderen aard. Zola vermeidt zich blijkbaar uitsluitend in 't vuilste vuil. Dat schijnt hij zich tot levenstaak gesteld te hebben en wat heeft hij [5.] Vanaf hier is de tekst dwars door de eerste bladzijde geschreven. 'n schik in zijn vak! Con amore [6.] con amore: met vreugde (it.) deelt hij 't resultaat van zijn gewroet en gesnuffel mede. Hoe liederlijker hoe liever. Men moest tegen Zolabesmetting kunnen inenten even als tegen pestpokken.

Ik eindig. Adieu, lieve Mimi, schrijf mij eens spoedig of Valette woord heeft gehouden door partij te trekken voor Dek tegen de Veer en zijn trawanten. Vosmaer is zeker te lief om zich in deze zaak eens flink te doen gelden. Kijk, Mimi, vindt Ge 't niet jammer dat zachtheid meestal flinkheid uitsluit? Wat zou over 't algemeen meer noodig zijn? [7.] De slotzin is doorgestreept.