Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

15 juli 1881

van

Multatuli

aan

Taco H. de Beer (bio)

 

Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)

terug naar lijst

15 juni 1881

Brief van Multatuli aan T.H. de Beer. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-5 beschreven. (U.B. Leiden; fotokopie M.M.)

Nieder-Ingelheim

15 juni 1881

Geachte Heer De Beer! Met omgaande post zend ik U de proef terug, omdat ik niet gaarne spel breek, maar lieve Jesis, wat 'n druksel! Neemt gy zulke proeven aan? Ik niet! Zetters kunnen (en mogen zelfs) niet lezen, maar al heeft men dan by de drukkeryen in't land van Elsevier geen behoorlyke protes [2.] prote: eerste, of hoofd van de zetterij (fr.), dan toch zou er van den chef, - ja, van de meesterknecht - kunnen geëischt worden dat-i de proef zuiverde van onuitspreekbare woorden. Ik doe 't nooit weer.-

Maar, waarde Heer, hoe komt gy op 't idee dat ik in dat briefje myn ‘denkbeelden geef over biografien’ (auto- dan, of niet-auto) en 't alzoo wil beschouwd hebben als 'n verhandeling, preek, essay, of iets van dien aard? Voor my is de eer Uwer veronderstelling wat klein. Voor 't kattebelletje veel te groot. Myn antwoord op Uw verzoek om wat inlichtingen ten-behoeve van Herr Spamer's boekverkoopers-spekulatie, is 'n boutade, niets dan een boutade.

Dergelyke verzoeken ontvang ik vele. Gewoonlyk antwoord ik niet, daar ik veel te hoogmoedig ben om gaarne op 't lystje der beroemdhedens van den dag te staan. Ronduit gezegd: ik walg van bellettrie. (Hé, laat Spamer dàt ik z'n K-L. zetten! En dat ik zooveel houd van vliegers oplaten. Zulke dingen kompromitteeren 'n denkend mensch minder dan 't innemen van 'n plaatsje tusschen - nu, nomina sunt odiosa! [1.] nomina sunt odiosa: namen noemen is verwerpelijk (lat.))

Dat ik boeken geschreven heb, is evenwel, godbetert de waarheid. Maar... altyd onder protest! (Zie m'n parabels van Chresos [3.] Chresos: Tweede sprookje uit de Minnebrieven (V.W. II, blz. 104)., van den goudmaker [4.] goudmaker: Idee 527 (V.W. III, blz. 348)., & a.l. [5.] a.l: alteri loci, andere plaatsen (lat.)) Moet ik nu dáárom in Duitschland, waar de weinigen die my kennen, me voor 'n degelyk mensch aanzien, worden zwart gemaakt?

Dat ik 'n hekel heb aan schryvery, kan o.a. hieruit blyken dat ik 40 jaren (bien sonnés [6.] bien sonnés: welgeteld (fr.)) oud was, toen men my dwong den Havelaar te schryven. En wat ik later publiceerde, nu ja, zie alweer Chresos. Zoodra Spamer 'n K.L. uitgeeft van personen die zich offerden voor hun plicht, en daarom werden doodgedrongen door 't profanum vulgus [7.] profanum vulgus: het vulgaire volk (lat.), naar Horatius Oden, III, 1,1 waarin H. zegt zich verre te willen houden van de bijval van 't gemeen., zet er my dan in. Dat zal 'n dun boekje wezen. Niet omdat het vulgus ontbreekt, maar... dat andere!

Vriendelyk en hoogachtend gegroet

tt

DD

P.S. Wanneer, zonder de voorgestelde byvoeging myn brief U niet geschikt voorkomt ter plaatsing, geef ik U 't recht hem te autodafeën [8.] autodafeën: verbranden (sp.) naar auto-da-fe, acte van geloof, inquisitieterm voor doodstraf op de brandstapel.. 't Is me volmaakt onverschillig.

Indien ge hem plaatst, zoudt [9.] zoudt: oorspr. stond er zult. ge er boven kunnen zetten:

‘Op myn verzoek aan Mult. om eenige inlichtingen ten behoefe van &c, ontving ik 't volgend antwoord:

Dan kan ieder 't ding opvatten naar z'n gusting [10.] gusting: goesting (zuidned.), smaak, lust.. Misschien vinden ze 't mooi.