Multatuli.online

8 januari 1881

Brief van Multatuli aan dr. J.H. de Haas. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2(¾) beschreven. (M.M.)

Met gedrukt kopje Ch. Brugma Hotel Weimar Rotterdam.

Saterdag avend [1.] Saterdag avend: de brief is pas de volgende dag verzonden, samen met die van 9 januari 1881.

Waarde Vriend! Zoo even ½8 ben ik hier aangekomen, doodmoê en zoo aamborstig dat ik haast geen geluid kan geven. Hoe dat overmorgen avend gaan zal, weten de Goden. Ik reken er maar op dat die benauwdheid gewoonlyk onder 't spreken beter wordt, maar ik moet erkennen dat ik heel erg tegen de voordracht van overmorgen opzie.

Morgen wil ik liefst niet uitgaan. Is het niet te veel gevergd dat gy en misschien ook onze beste de Wolff my even komen opzoeken? Van Geisenheim heb ik de hartelyke komplimenten meegekre-gen, vooral aan ‘de Mevrouw van den ezel’ zooals Wouter uw lieve vrouw noemt. Ook van de kindertjes waar hy dien ezel kreeg, spreekt hy dikwyls.

Dag beste vrienden. Hartelyk gegroet

t.t. Dek