Multatuli.online

6 januari 1881

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Twee dubbele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-4 en 5(⅔) beschreven. (M.M.)

Geisenheim 6 Januari 1881

Beste Funke! Sedert weken lag daar 'n brok brief dat voor U bestemd maar noch afgewerkt noch verzonden was. Ik vond m'n schryven seurig. Een lange lyst van klachten over de wys waarop Publiek, of liever de Natie voor zoo ver die vertegenwoordigd wordt door Regeering en Pers my behandelt. En, al schryvende en klagende voel ik 't onbeminnelyke van zulk gezanik, vooral daar zulke uitingen slechts geadresseerd worden aan hen die [1.] die: oorspr. gevolgd door er. geen schuld [2.] schuld: oorspr. gevolgd door aan. hebben aan wat ik miskenning noem. M'n klachten betroffen groote en kleiner dingen. ‘Lebak is een woesteny’ meldt men uit Indie. Me dunkt dat er aanleiding was aantedringen op recht voor Havelaar. Inplaats dáárvan laat men Duymaer van Twist by voortduring plaats nemen onder de notabelen des Lands. De vent praat nog altyd mee, en men luistert naar hem. Niemand verzet zich - och, daar begin ik alweer. Basta! -

Van Haspels weet ik dat ik Woensdag den 12 dezer te Amsterdam moet spreken. En herhaaldelyk drong hy aan op 't noemen van 'n onderwerp. Of liever, hy schreef dat ‘men’ er zoo naar vroeg. Dit gold nu zeker wel voornamelyk Amsterdam niet, maar daar ik nu toch eindelyk (gister eerst) besloten heb te Rotterdam te spreken: Over Strafrecht zal ik nu gemakshalve dat onderwerp ook maar kiezen voor Amsterdam. Wilt gy nu zoo goed zyn dit te doen annonceeren in de couranten die u daartoe geschikt voorkomen? -

Och, och, die Naatje Freybourg! Twee brieven in één week! Eerst de unausbleibliche [3.] unausbleiblich: onontkoombaar (du.) N.J. [4.] N.J.: nieuwjaars-. Wensch, en nu de mededeeling dat gy zwarigheid hadt gemaakt zonder machtiging van my voorttegaan met de betaling van die 5 gl. smaands. Ze zit in zak en assche, en zelfs dáárover hoe ze U de 5 gl zal terug geven die ge haar ongeautoriseerd hebt voorgeschoten. Beste Funke, ge hebt weer zeer korrekt gehandeld. Ik had moeten zorgen u by tyds te antwoorden op uw vraag betreffende die toelaag. Dat dit antwoord (heel inkorrekt van myn zy) uitbleef had twee redenen. Neen redenen waren 't niet, maar oorzaken toch.

De eerste is 't hokken van m'n seurigen brief. Zeker had ik na m'n gemoed te hebben uitgestort, u ten slotte over die toelaag gesproken, hoewel (en dit is de tweede oorzaak) ik 't niet kon doen in één woord. In gewone omstandigheden had ik gewis U verzocht met die uitbetaling voorttegaan. Maar - er ligt iets in van aanspraak maken op de toegezegde 500 gl. en dat is wat ruw! Ik mag me toch niet gedragen alsof ge daartoe verplicht waart! Kunt en wilt ge voortgaan met die 5 gl. 'smaands voor myn rekening aan Juffr. Fr. uittebetalen, asjeblieft! Eenmaal daarmee begonnen zynde, zou 't 'n wreedheid zyn optehouden. Wat 'n stakkert, niet waar? En zoo zyn er duizenden en duizenden! Men moet er niet aan denken. M'n plan is, dinsdag a.s. in Amsterdam te komen, en dan zal ik U terstond teeken van leven geven.

Intusschen hartelyk gegroet van

tt Dek

Laat niet annonceren: over het Strafrecht. Dan zou ik gehouden zyn aan 't woord in Nederl.-Juridischen zin.

Neen: over Strafrecht, d.i: over 't Recht der Maatschappy om te straffen in 't algemeen.