Multatuli.online

27 februari 1880

Brief van Multatuli aan V. Bruinsma. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅔) beschreven. (M.M.)

Leeuwarden 27 febr 80 beste Vitus, V.Z. was zoo-even by me, en ik had me vast voorgenomen alles te laten afloopen met 'n ‘Jantje van Leiden.’ Dit heb ik ook gedaan. 't Ware onverstandig geweest daar ik m'n meening niet staven kan, te kras op m'n stuk te staan. Overtuigd dat alles in orde is, ben ik niet! Hy deed me opgaaf van de zeer hooge onkosten. Die bedroegen voor Groningen alleen meer dan 100 gulden, waaronder 50 gl voor zaalhuur! Let wel dat zoo'n verhuurder bovendien z'n winst heeft op de verteering!

Doch aannemende dat de onkosten hoog zyn (dit is nu eenmaal zoo) heldert dit niet op waarom 't getal uitgegeven plaatsen zooveel minder is dan ik taxeerde. Doch, nogeens, 't zou 'n stryd worden tusschen ja & neen. Alzoo heb ik berust. M'n kalme opmerking ‘dat my de afrekening zoo erg tegenviel’ kan haar nut hebben voor 't vervolg. Hy weet nu dat ik even realistisch kan tellen of schatten als Droogstoppel. -

Heden ochtend heb ik die arme weduw gesproken. Zy was hartelyk en oprecht. O, haar smart is innig en achtenswaardig. Ik neem diep aandeel in haar gemoedstoestand en hoop daarop iets goeds uittewerken. -

Wat heb ik den na-avend van gister prettig doorgebracht! Ik heb van nacht niet gehoest, en stond te 8 uur op alsof ik niet genachtbraakt had. Straks ga ik naar Heerenveen.

Wees met Hil en Ym heel hartelyk gegroet van

Uw liefh.

Dek

Hé, ik vergat u te zeggen dat ik te Groningen bezoek ontving van zekeren heer Bos [1.] Vgl. ook bij 7 december 1880. Het betreft Pieter Mennes Bos (Zijldijk 3 maart 1844-ald. 18 december 1919), landbouwer. te Zyldyk. Hy kwam me flink en hartelyk voor, en gaf te kennen mee te willen helpen aan - och, die zaak drukt me toch! Nu dan, ik verwees hem naar U.

Als ik maar zeker was die lezingen nog lang te kunnen volhouden! En als niet de onkosten zoo hoog waren!

By de meer dan 100 gl onkosten te Groningen, zyn myn reis- en verblyfkosten, die niet gering zyn, niet eens meegerekend!