Multatuli.online

4 januari 1880

Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (¾) beschreven. (M.M.)

Geisenheim 4 januari 1880 beste Haspels, dank voor Uw brief van 31 Decr. Het treft goed dat ge 7 & 8 dezer te Rottdm zyt. Ik kom daar Woensdagavend, den 7n 's avends tegen ± 8 uur, en zal voor die paar dagen by Brugsma [1.] Ch. Brugsma, de eigenaar van hotel Weimer, Spaanse Kade no. 3, te Rotterdam. gaan, in m'n oud logement. Het drukt me dat gy my aan den trein zoudt afhalen, doe dat niet, asjeblieft. Wel zou ik 't prettig vinden U by Weimer te vinden, of dat ge 's avends nog daar kwaamt.

Over Eduard dan mondeling. Uw bedoeling is Hefen humaan, en ook ik wil gaarne dien weg op, maar... ik weet dat er nooit iets met hem te bereiken is. De liefste woorden kosten hem niets, en als hy dan weer meent iemand ingepakt te hebben, ben ik overtuigd dat hy, heengaande, by zichzelf zegt: ‘Zie zoo, daar heb ik hem weer eens mooi gefopt!’

Ik heb nota genomen van

9 Vrydag Rotterdam
12 Maand Amsterdam
13 D Leiden
14 W Haarlem
15 D Schiedam
16 Vr. Delft
19 M Dordrecht
22 Dond. den Haag
26 [2.] Vanaf Ik heb nota genomen tot 26 geheel doorgestreept.

Och ik collegeer [3.] collegeeren: collationeren, ter vergelijking naast elkaar leggen. die datums liever met U als ik U spreek. Dat 's makkelyker dan dat ge nu m'n lystje moet nazien. -

In 'n notaboekje zie ik aan Faber, logementh. te Purmerend beloofd te hebben U zyn zaal te recommandeeren. Dit doe ik by dezen, tenzy ge reeds aan andere afspraken verbonden mocht zyn. De zaal by Faber is goed, en dan heb ik 't gemak in 't huis waar ik spreek, te logeeren. Bovendien zyn 't goede menschen.

Mocht ge van plan zyn my naar den Helder te laten gaan dan heb ik daarentegen nu geen bezwaar. Verleden jaar wou ik die plaats myden omdat er 'n persoon was die ik niet ontmoeten wilde. Nu is hy daar niet meer.

Zooals altyd, zal ik al Uw regelingen in dank goedkeuren en navolgen. Dit schryvende vraag ik mezelf hoe ik dit zeggen kan, daar ik me vreeselyk zwak voel. Maar ik weet by ondervinding dat de zaak losloopt als 't moet. Als ik mezelf waarneem in m'n doffe sufheid, is 't my 'n mysterie hoe ik 't er zal afbrengen. Alles moet door oogenblikkelyke opwinding geschieden en wel zóó dat de opwinding niet blykt. Dan zak ik later weer in mekaar, zoo als deze geheele zomer 't geval geweest is. Ik was niet in staat tot het eenvoudigste. Alles vermoeide my, en telkens betrapte ik my op memorieloosheid. Vandaar ook dat ik geen onderwerp van voordrachten vooruit kan opgeven. Als ik me langer dan één dag vooruit prepareer, is 't alles weer weg! Enfin! Ik word dan ook weldra 60, en m'n leven was moeielyk!

Hartelyk gegroet beste hartelyke vriend

Uw liefh.

Dek

Wil Coenraad [4.] Coenraad: zoon van J.M. Haspels, die in het voorjaar van 1878 enige tijd bij Mimi en Wouter had gelogeerd. by Weimer 'n kamer voor my bestellen tegen woensdag avend? Maar S.V.P. aan de zonzy van 't huis. M'n vroegere kamer was erg koud.