Multatuli.online

22 april 1879

Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Hotel Weimer

Dinsdag, 22 April 79 beste Haspels! Roelants heeft me het saldo der afrekening (+ tandem!) behoorlyk gebracht. Ik dank je wel beste kerel. -

Van Uw verblyfdagen heb ik nota genomen. -

Ik heb m'n vrouw verzocht hier te komen om ook met haar omtrent Eduard te overleggen. Dat ik hem, en wel zoo gauw mogelyk naar Indie zend, is zeker. Ik schreef reeds voorloopig aan dien heer by Breda over de zaak, en daar ik nu over eenige dagen met m'n vrouw daarheen ga, hoop ik dat hy uit eigen beweging my (als voorschot dan op de najaarskampagne) te hulp komen zal. Alle uitstel is verderfelyk. Primo kost het rekken van z'n verblyf in den Haag geld. 2o is dat doelloos rondloopen nadeelig.

Toch moet ik zeggen dat-i zuinig blykt te leven, want de sommetjes die hy nu en dan zegt noodig te hebben zyn gering. Ook moet ik hem vryspreken van de verdenking dat-i onlangs zou gepierewaaid hebben. Hy heeft zich daarop voldoende verantwoord. Z'n hospita was wegens belasting geexecuteerd, en daarby waren meubels van hèm (of liever: meubels die men hem geleend had) mee-ingepakt. Om dat te lossen (en ook voor wat kleeren) zouden de 100 gl dienen die gy hem gegeven had. En dien dag kreeg hy telegrammen dat er haast by de zaak was. Kortom 'n heele bereddering zoodat-i onverwachts naar huis moest. Het verwonderde my dan ook van hem. Want pierewaaien of iets loszinnigs in jongelui manier ligt niet in z'n smaak.

De afspraak is dat-i met 'n schip zal gaan. Dit is goedkoop. Dan zal er wat noodig zyn voor uitrusting

(betrekkelyk weinig want men moet nooit z'n indische kleeren in Holland laten maken. Dat leeren ze in Holland nooit)

en dan moet er wat geld zyn om [1.] om: oorspr. stond er om hem. te Batavia een of twee maanden lang te leven. De som die voor alles tesamen noodig is, (ik denk 800 gl) heb ik nu wel, dit weet ge. Maar ik wil en moet zorgen dat ik, juist dezen zomer vreeselyk veel te werken hebbende, niet te spoedig in gêne zit. Zoodra mogelyk zal ik U meededen hoe de zaak staat. Haast moet ik maken, want elke dag langer kost me zóóveel aan geld en ergernis!

Gister was-i by me, en ieder die getuige was geweest van z'n toon en spreken, zou gezegd hebben: ‘wat 'n lieve, bescheiden, fatsoenlyke jongen!’ Maar er zit niets achter. ‘Slecht’ is hy niet (dat zou hem te lastig en te vermoeiend zyn) hy is [2.] hy is: oorspr. stond er maar. slechts: niet-goed = niets! Le mauvais caractère est de n'en point avoir.

Hartelyk gegroet

DD

Ik kryg daar 'n telegram dat m'n vrouw van avend 7.20 komt.