Multatuli.online

15 juli 1877

Brief van Multatuli aan V. Bruinsma. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (½) beschreven. (M.M.)

Wb. Zondag. Juli 1877 [1.] Juli 1877: in blauw potlood in ander handschrift.

beste Bruinsma, Dank voor Uw brief dien ik eerst heden las. De uitlegging van dat ‘eerst heden’ zou my te ver voeren, want ik zit in velerlei beslommering. Nu dan, ik kende den inhoud en den toon van uw brief door m'n voorproefster. Ik moet dikwyls brieven laten liggen tot ik er plaats voor heb.

Ik verheug me over byna alles wat ge schryft. Dit ‘byna’ slaat op de schuwheid van Uw beminde. Wat zal myn eenvoudigheid haar tegenvallen? Het doet my leed dat zy iets anders van me denkt dan dat ik 'n eenvoudig goed mensch ben, en dit leed is niet háár schuld, maar 'n bewys dat ik me niet goed openbaarde, anders gezegd: dat m'n schryvery niet deugt. Dit bleek me meer. Een feit is dat zy 'n verkeerden indruk van my heeft opgevangen, en dit feit bewyst tegen my. Hoe dit zy, ik weet zeker [2.] weet zeker: oorspr. stond er hoop. dat ze gauw lachen zal over den indruk die haar nu beheerscht, en ik zou me schamen als dit niet geschiedde.

Haar en U myn hartelyke gelukwensch! Ge ontvangt dezen op Uw trouwdag. [3.] Vitus Bruinsma trouwde op 16 juli 1877 met Hilda Lucia van den Berg. Zeg, we hebben op 't oogenblik twee zusters van m'n beste vrouw by ons. De eene kende my volstrekt niet, en... en... komaan, ik zal 't ronduit noemen, ze had 'n hekel aan me, en na eenige dagen verblyf in ons kringetje kan ze best met me overweg. Ik ben zeker dat ze nu my voor goed en eenvoudig houdt, voor 't laatste vooral, want het andere blyft maar by trachten.-

Ik bedenk daar dat ge uit dat hierzyn van die beide meisjes zoudt kunnen opmaken dat ik plaats heb. Och, dit is 't geval niet. Wy wonen heel bekrompen, en de beide meisjes logeeren in 'n kamer naast ons huis, die ze gehuurd hebben. Ik zeg U dit omdat ge weten moet waarom ik U niet te logeeren vraag. M'n middeltjes zyn altyd vry beperkt, iets waaraan ik me niet dan met weerzin gewennen kan, maar 't moet wel.

Zorg asjeblieft dat ik weet wanneer ge komt? Ik raad U de uitreis per spoor te doen, en de terugreis gedeeltelyk (van Mainz tot Coblenz) pr boot. Dat is de ‘Strecke’ van den Ryn die men pr boot en mèt stroom moet gedaan hebben. Tegen stroom is de boot te vervelend, en die Strecke is 't voornaamste.

Ik zit er mee bezet dat ge hier in 'n vil-hotel zoudt zyn, en toch zie ik geen kans u òns woninkje aantebieden. Ajakkes!-

Hartelyk gegroet met U beidjes. Zeg: m'n naam by m'n kinderen en vrienden is Dek. Dit a Go, ook voor Uw Hilda, asjeblieft. Ik ben noch 'n m'nheer, noch 'n geleerde, noch 'n schryver noch - al wat men wil, ik ben D.E.K. en liefst, als jelui goed gemutst bent ‘beste Dek

(om te beginnen) Dek