Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

17 maart 1877

van

Mimi Douwes Dekker (bio)

aan

A.C. Loffelt (bio)

 

Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)

terug naar lijst

17 maart 1877

Brief van Mimi aan A.C. Loffelt. Dubbel en enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (U.B. Leiden; fotokopie M.M.)

Wiesbaden 17 Maart 1877

Waarde Heer! 't Was onvriendelyk van my zoo lang te dralen met het beantwoorden van uw hartelyken brief van 17 Jan. By 't opslaan van den datum schrik ik byna; ik meende toch nog niet zóó lang in 't bezit van uw schryven te zyn. Maar o die hollende, ons altyd ontsnappende tyd - hy heeft my gefopt, en er is geen houden aan. Uren, dagen, maanden, jaren Vliegen als een schaduw voort - ja ja, zoo is 't, al zingen we dat in de kerk - maar u weet dit alles nog niet zóó goed als ik - omdat u zooveel jonger is dan ik ben, en hoe jonger we zyn hoe grooter afmetingen 't voorwerp tyd heeft - maar genoeg daarvan. Ik wil beginnen met u de zeer hartelyken groeten van dek over te brengen. 't Was hem en my lief te hooren dat de bloemlezing u welkom was geweest, en dat u de bedoeling van 't zenden hadt verstaan - u een klein blyk te geven van vriendschap en dankbaarheid. Ja, ook van dankbaarheid, al weet ik dat 't niet om dank te doen was toen u de handschoen voor dek opnam tegen dien nydigen v.Vl. en daardoor u zelfblootstelde. [1.] Loffelt publiceerde Jupiter van Vloten en zijn Kritiek in 1876. - Ik was verheugd in uw brochure te lezen hoe u by 't lezen van dat Onkruid eensklaps den drang gevoelde 't van u te werpen en naar buiten te gaan om wat frisschen lucht - Dek had zoo dikwyls gevraagd: ‘Ben ik dan alleen verontwaardigd?’ - dat uw verontwaardiging my goed deed, ook al omdat ze my als 't ware eenig recht gaf te hopen dat ook sommige anderen nog vatbaar waren voor zulk een indruk.

Wat u in de Kunstbode [2.] Kunstbode: zie bij 10 januari 1877. gelezen heeft over een blyspel van dek is helaas niet waar. Ik weet niet hoe iemand aan zulk een bericht komt. Dek is niet heel opgewekt, dit ten eerste. Ten tweede is hy zeer bezet met het reeds voor jaren aan de Rott. troep beloofde blyspel. Om zyn eigen naams willen mag hy geen klucht geven voor een blyspel - zooals de meeste duitsche Lustspielschryvers en in navolging van hun meen ik ook enkele hollanders gedaan hebben. En een echt fyn geestig blyspel - gesteld dat hy er in slaagt het te schryven - zou 't publiek het verstaan? Zyn er actrices die 't spelen kunnen? Wy ontveinzen ons niet dat het succes van Vorstenschool, minder aan 't drama te danken was, dan aan een soort reactie voor dek - en by de gespannen verwachting beken ik 'n beetje huiverig te zyn. Vooral omdat dek kwetsbaar is en velen hem kwaad willen. Op zich zelf zou ik er natuurlyk even trotsch op zyn wanneer hy iets schoons gemaakt had of 't publiek 't toejuichte of niet. Maar een tooneelspel heeft by alle andere moeijlykheden ook nog deze te overwinnen dat het niet alleen voor de elite op wier oordeel men prys stelt geschreven mag zyn, 't moet Jan en alleman behagen. - Maar ik zeg basta, hiervan. Er is over dit onderwerp te veel te zeggen - en halve woorden leiden eigenlyk slechts tot verwarring. De waarheid is dat 't met dek zyn blyspel op 't oogenblik treurig gesteld is - de waarheid is ook dat een oogenblik van inspiratie hem alle redeneeringen en bezwaren kan doen vergeten - ik zou bly zyn als dit spoedig gebeurde. Met heel veel genoegen hebben wy uw stukken over dien Rossi gelezen in Spect. en later (heel toevallig) ook in 't Vaderland. Ik kan me zoo begrypen hoe gelyk u had. Dat eeuwige ophemelen van vreemdelingen!

Ja, Styntje en pater Janssen zyn goed, niet waar? Daarvan heeft dek dan ook voldoening! Juist op dit oogenblik is hy bezig met 't vervolg der ideen. Maar hy werkt zeer langzaam en verandert telkens, dit komt dat hy niet opgewekt is. Of ook omgekeerd want wat hier oorzaak en gevolg is, valt moeilyk te onderscheiden.

Daar myn Gelyk hebben in den Spect. u bevallen heeft, zend ik u hiernevens een afdrukje van een onlangs in ‘Nederland’ opgenomen schetsje. [3.] Nl. ‘Met vuur gespeeld’ in Nederland, 1e stuk, blz. 36-65 (M.M.). Overigens wist u dat dek geen erge vriend is van schryvery - zonder aftekeuren als ik me eens te buiten ga, moedigt hy me toch niet erg aan - zoodat ik me dan ook veelal op andere wyze bezig houd.

En zal ik u nu zulk een slordigen brief zenden, en dat voor de eerste maal? 't Is wel wat erg - maar ik houd zoo weinig van overschrijven en bovendien 't is heel laat en dan zou ik tot morgen moeten wachten en dat was weer een dag uitstel. Dus, wees zoo vriendelyk en neem dit slordige schryven voor lief waarde heer! Met hoogachting en 'n hartelyken handdruk

Uw zeer toegenegen

M DouwesDekker

Verbeeld u ik zeg daar aan dek dat ik u schryf, ook over 'n blyspel. Hy antwoordt: hm, ik begin juist nu niet te begrypen wat dat voor 'n ding is!